Foto’s afkomstig van worldthreadstraveler.com / made by Courtesy
De wereld staat in brand, en ik sta mij te warmen. En het maakt me ziek. Maar ook weer niet zo ziek dat ik liever wat meer in de kou ga staan. Of zelfs ga blussen. Ik heb tenslotte ook zo m’n ‘dingetjes’. En wat is er aan het einde van de dag veranderd als ik wel dat bekertje water van mij zou leeg gooien in het vuur? Juist. Niets.
Zelfs de aanleiding voor deze blog is banaal: de aanschaf van een andere auto. Gedachten over duurzaamheid kwamen natuurlijk op; hij moet licht zijn en zuinig (en groot en stoer en snel) en zo milieuvriendelijk als mogelijk (wel een diesel). En goedkoop. Die auto bestaat dus niet. Tijdens dit proces dacht ik terug aan een discussie die ik een tijdje geleden had over duurzaamheid. Het ging over waarom we toch liever goedkope groente, fruit en vlees kopen, terwijl we weten dat het niet bijdraagt aan duurzaamheid, dan wat duurdere producten die wel goed (of in ieder geval beter) zijn voor aarde, mensen en milieu. Ik ben ervan overtuigd dat als de prijzen hetzelfde zouden zijn, de morele keuze gemaakt zou worden. Maar de prijzen zijn niet hetzelfde. Eigenlijk blijkt de belangrijkste motivatie dan ook simpelweg geld te zijn. Gewoon, ordinaire poen. Financiële motivatie blijkt meer te zijn dan gerechtigheid, duurzaamheid of andere prachtige morele overwegingen.
Er is sprake van slavernij – meer dan ooit (!). Mensenhandel, kinderarbeid, armoede, vervuiling, verspilling, grondstoffenroof. En deze zijn allen verbonden met mijn consumptie: energieverbruik, gebruik van brandstof, de hoeveelheid voedsel die ik nuttig, welk voedsel ik nuttig, de spullen die ik koop, hoe vaak ik ze vervang, de kleding die ik draag.
Om verandering te brengen in andere levens hoeven de keuzes helemaal niet zo groot te zijn om toch al een impact te hebben. Wat het wel kost: geld. Het kost geld om kleding door een volwassene te laten maken in plaats van door een kind. Het kost geld om biologisch geteeld voedsel uit de regio te kopen in plaats van genetisch gemodificeerde producten. Het kost geld om in plaats van een plofkip vlees te kopen van een kip met een beter leven.
En laten wij nou, meer dan de grote meerderheid van de mensen op deze wereldbol, dat geld hebben. Dat geld hebben wij niet ondanks, maar door deze meerderheid die postkoloniaal door ons kaalgeplukt worden. Uitgebaat. Opgevreten. Dit systeem welke we zo graag in stand houden om onze welvaart te behouden. Het systeem welke ik zelf zo graag in stand wil houden.
En daarom denken wij bij duurzaamheid liever aan zonnepanelen, windenergie en elektrische auto’s. Dat is óók een goede investering, en één die geld oplevert. Waar ik liever niet aan wil denken is meer geld te moeten betalen voor een zelfde spijkerbroek als ik nu al draag. Dat zou erg onhollands zijn.
Misschien zit daar wel een oplossing: flinke accijns op milieuonvriendelijke producten, op producten waar slavernij en kinderarbeid aan te pas is gekomen.¹ Zoveel, dat de duurzame producten goedkoper zijn. Duurzame producten niet het duurdere alternatief; maar de eerste keuze. Net zo’n accijns als bij roken, misschien ook wel met een zelfde waarschuwing op de verpakking (ook al werken die niet): ‘dit product is dodelijk‘. Of: ‘mensen die werken aan dit product sterven jonger‘.
Ik weet: het is ook niet dè oplossing. Het is een simplistische oplossing; het vergt een verschuiving op wereldniveau om werkelijk iets voor elkaar te krijgen. En ook dilemma’s zijn er genoeg indien ook dat zou lukken: wil je liever betalen voor kinderarbeid, of niet, en daarmee een gezin treffen die onvoldoende eten kan kopen. Wil je werkgelegenheid behouden tegen lage lonen met fabrieken, of wil je dat ze fatsoenlijk uitbetalen en daarmee hun fabriek ergens anders plaatsen. Draagt mijn milieuvriendelijke(r) auto nu echt bij aan het milieu als er tegelijkertijd een mega-cruiseschip Rotterdam binnenvaart met net zoveel CO2 uit als 84.000 auto’s, net zoveel stikstofoxide als ruim 400.000 auto’s, zoveel fijnstof als ruim 1 miljoen auto’s en zoveel zwaveldioxide als 376 miljoen auto’s.
Een tijdje terug schreef ik over dromen: ‘Een droom is niet het tegenovergestelde van de werkelijkheid, maar een beeld van wat de werkelijkheid kan zijn‘. En dat is precies waarom het me steeds weer aangrijpt. Dat is waarom ik me steeds weer bewust ben. Ik zie het beeld voor me van hoe de wereld zou kunnen zijn. Van hoe de wereld bedoeld is. Van hoe de mens de aarde zou moeten beschermen en verzorgen en liefhebben. Ik weet niet alleen, maar voel tot op het bot de morele keuzes die daarbij horen. En alle argumenten van hierboven vallen dan in het niet. Het is als het dilemma die slechts twee keuzes geeft.² Hier zou dat zijn: doen we het om er zelf beter van te worden, of om de ander er beter van te laten worden? Maar een derde optie wordt buiten beschouwing gelaten: we doen het omdat het goed is in zichzelf.
Misschien klinkt het te negatief, maar we leven in een zieke wereld. Met verziekte levens. Maar gelukkig niet de mijne, want ik sta op de goede plek in deze wereld. Ik ben een gezegend mens. Ik wil wel veranderen maar gedragsverandering blijkt moeilijk en rationalisaties vertroebelen mijn verstand. Het maakt me tegelijk boos. Al die onrechtvaardigheid. Maar vooral, mijn rol erin. Ik ben vooral boos op mij. Vandaag ga ik met iets kleins beginnen.
- Kan al dat geïnde geld weer ingezet worden voor bijvoorbeeld andere belangrijke vraagstukken als de niet aflatende stroom vluchtelingen.
- Ik moest denken aan het Euthyphro dilemma waarbij de vraag wordt gesteld of iets goed is omdat God het vraagt, of vraagt God het omdat het goed is in zichzelf. Er is echter een derde optie: God vraagt het omdat God goed is.