Site pictogram Zin Vol Zin

De perfecte ander

liefde

Liefde is de warme genegenheid tot het object, zo begrijp ik van ondermeer Van Dale. De ander is het object, het onderwerp, van de romantische liefde. Maar, zo vraag ik mij af, komt de liefde ook voort uit het onderwerp? Anders gezegd: is het onderwerp van de liefde ook haar bron of is het slechts haar begunstigde? Is de liefde er ondanks het onderwerp of is deze er omdat het onderwerp zo beminnenswaardig is? Is de liefde er omdat er een onvervuld verlangen is, of omdat het vervulde hart overloopt?

KierkegaardDeze gedachten kwamen in mij op nadat ik op Twitter een foto tegenkwam met een tekst van Kierkegaard over de perfecte persoon, welke mij aanzette tot onderstaande paar regels (vanwege een accentverschuiving heb ik  gekozen voor ‘perfecte ander’ in plaats van ‘perfecte persoon’):

Bij liefde denken we het liefst aan de perfecte ander voor ons. Het christendom spreekt over de perfecte Ander, en hoe deze zichtbaar wordt in mij. Het spreekt over hoe je (er voor) de ander kunt zijn.

Het aansprekende achter deze regels is om vanuit ‘de ander’ – het onderwerp van de liefde – te verschuiven naar de oorsprong van de liefde en vervolgens te eindigen bij degene die deze liefde dient door te geven. Het bracht me tevens tot een onderscheiding van de volgende elementen: de oorsprong van liefde (de bron), de gever van liefde (tussenpersoon, geleider), de liefde zelf (het middel) en tenslotte het onderwerp van de liefde (het doel).

Velen zoeken de perfecte ander als het over liefde gaat. Liefde is in dat geval eerder het equivalent van geluk. Gerichtheid op de liefde zelf – de gevoelsbeleving – levert het platte maar veelgehoorde credo ‘zolang het maar goed voelt’ op. Echter, dan is niet de liefde meer het middel om liefde te geven, maar te ontvangen. De waarde van het onderwerp van de liefde dient ter bevrediging van het zèlf. Het is precies tegengesteld aan de eerder beschreven volgorde. Het zwaartepunt en de richting verplaatst zich hiermee van het object naar de gever. De gever wordt tevens ontvanger. Want ‘ik heb je lief omdat jij het waard bent’. Maar indien de waarde afneemt (door ouderdom, concurrentie, ziekte) ontvang ik niet meer genoeg liefde. De waarde van de ander zal zienderogen afnemen omdat de betekenis voor het doel vervalt; ons geluk. En als het niet meer ‘goed voelt’ moet de bron van liefde worden vervangen om ons gelukkig te blijven voelen. Het levert massa’s gebroken relaties op, zonder dat het geluk toeneemt of ook maar behouden blijft. Ik citeerde al eens de psychiater Dirk de Wachter die dit streven naar geluk heeft beschreven:

Onze samenleving is zo verslaafd aan geluk dat we er massaal ongelukkig van worden.

Nu is de bron van liefde in de eerste plaats God zelf, hij ìs tenslotte liefde. Het is de grond, het fundament. Daarmee heeft de liefde een basis buiten onszelf. Op een lager (niet-existentieel) niveau is een voedingsbodem voor romantische liefde de veilige liefdesrelatie in verbondenheid. De onbaatzuchtige liefde zoals door Paulus beschreven in 1 Korinthe 13 gaat dan ook over deze liefde buiten onszelf, niet over de redenen van liefde, over wat het oplevert of waar het zich op moet richten. Sterker nog, deze onderwerpen komen hier helemaal niet ter sprake. Het gedeelte spreekt slechts over de gedragingen, het karakter van de liefde: onbaatzuchtig, niet jaloers, geduldig, waarheid liefhebbend, ga zo maar door.

Dat de liefde vanuit christelijk perspectief gericht is op de ander mag duidelijk zijn. We worden geacht zelfs onze vijanden lief te hebben, zo stelt Jezus. De christelijke liefdesdrempel ligt onmenselijk hoog, blijkt totaal niet haalbaar. Althans, niet zonder zelf verbonden te zijn met de bron van onvoorwaardelijke liefde, de Ander in ons. De waarde van het voorwerp van de liefde is dan niet meer afhankelijk van onze gevoelens, maar van Gods gevoelens daarover. En dan blijkt: de aparte, de vreemdeling, de allochtoon, de zieke, allen zijn ze gezocht, geliefd, van waarde.

Het maakt eens te meer duidelijk dat we zijn Geest nodig hebben om te veranderen, om vanuit het grotere perspectief te kunnen leven. Hij moet het door ons heen doen, ondanks onszelf. En met de Ander in ons, ontdekken we dat we liefde niet hoeven te ontvangen om onze onvervulde verlangens vervuld te zien, maar kunnen we uitdelen van de overvloed die we zelf ontvangen hebben. Genadig, omdat hij genadig is. Rechtvaardig, omdat hij rechtvaardig is. Liefdevol, omdat hij liefde is. Echte, diepe verbondenheid, niet omdat we het met elkaar eens zijn, maar omdat we voor elkaar kiezen. Omdat we kiezen voor liefde.

We hebben dus deze drie dingen: geloof, hoop en liefde. Maar de belangrijkste van deze drie is de liefde (1 Kor.13:13).


Een kleine kanttekening bij deze overwegingen:

Ik ben ambivalent over het fileren, het analyseren en in elementen uiteenzetten van zoiets als liefde. Het geeft verheldering, maar schept ook afstand tot de essentie van de liefde. Dat het alles in allen is. Dat het altijd anders is dan we denken, maar dat we dat ten diepste ook weten. – Hans de Witte

Mobiele versie afsluiten