Steun ons | Klik hier
Het leven ligt niet vóór je, het leven ligt niet achter je. Leven, dat is nú.
Of je nu 5, 35, of 85 bent, dat maakt geen verschil. Het leven vormt zich op het moment dat het geleefd wordt. Nu dus. Het gegeven dat ouderen zich afgeschreven voelen, niet meer nuttig of welkom, zegt meer over onze maatschappij en de manier waarop we naar het leven kijken dan we misschien wel willen toegeven. Het zegt dat de waarde van een leven bepaald wordt aan de hand van het nut. Aan wat het oplevert danwel kost. Iets wat geld kost maar wat nog in ontwikkeling is – een kind bijvoorbeeld – is een investering. Iets dat geld kost en niet meer zal opleveren – een oudere bijvoorbeeld – dient te worden afgeschreven. Het is de economische waarde van een mensenleven.
Maar is de waarde van een leven niet op andere manieren te bepalen? De oplossing van het ‘persisterend doodsverlangen van de 80-plusser‘, zoals Dijkstra het noemt, is door het leven te beëindigen. Het gaat mij er hier niet om of er moreel gezien wel of niet euthanasie kan worden gepleegd. Het gaat er mij veeleer om of er niet meer en beter gekeken zou moeten worden naar hoe een leven (weer) waardevol kan zijn en ervaren worden, ook zonder economisch nut. Er is een schrijnende eenzaamheid onder ouderen. Het lijkt mij een teken aan de wand: onze maatschappij zet bepaalde groepen aan de kant. De oudere is geen onderdeel meer van het maatschappelijk verkeer; het is een last die zo humaan mogelijk moet worden weggezet. De oudere leeft niet in het nu – zijn leven is voorbij. Zijn tijd is geweest. Geen toekomst meer voor de oudere.
Maar breder kijkend dan slechts de oudere: wat is de waarde van een werkeloze, een vluchteling, een gehandicapte? Ja, zelfs: wat is de waarde van de werkende? Ik denk dat deze vraag steeds prominenter zal worden, doordat de kansen op de arbeidsmarkt zullen afnemen vanwege automatisering en steeds verdergaande algoritmen (AI) die veel menselijke taken zullen kunnen overnemen tegen lagere kosten. Het lijkt mij dat ook een basisinkomen steeds dichterbij zal komen als oplossing voor een veel omvattender probleem: duurder wordende stelsels van uitkeringen en toeslagen en de daarbij behorende regelgeving, bureaucratisering en oplopende kosten. Een groeiende groep afhankelijken van deze stelsels en een kleiner wordende groep mensen die voor de bekostiging kunnen zorgen.
Vanuit dat oogpunt kan de oplossing van Dijkstra op veel meer groepen worden toegepast. Heb je een zinloos leven en ervaar je dat zelf ook zo? Dan kunnen we het beëindigen. De 85-plus grens is zo maar uit de lucht gegrepen; je moet tenslotte ergens een grens trekken. Of misschien; je moet ergens beginnen.
Kortom, de vraag is indringend en wezenlijk: hoe kan de waarde bepaald worden van een mensenleven anders dan slechts vanuit economisch nut. Hoe kunnen we zo naar het leven kijken dat elke mens meetelt, belangrijk is, een functie heeft. Het weer zinvol maken van ieder mensenleven. Het is de vraag naar leven in plaats van dood.
Het leven ligt niet vóór je, het leven ligt niet achter je. Leven, dat is nú.
Mooi blog Erwin. Ik moet hierbij ook denken aan een ouder stuk van mij waarin ik deze vraag bezie voor mensen die wat mankeren en daardoor aan de zijlijn (dreigen te ) belanden: http://www.annderverhaal.nl/2015/12/16/nergens-goed-voor/
Dat sluit er naadloos op aan Anne, mooi om te lezen!