Steun ons | Klik hier
Doen alsof is nep, is niet echt. Doen alsof is iemand bedriegen. Dat zijn zoal de gedachten die je zou kunnen hebben bij het zien van de titel van deze blog. Maar tijdens het lezen van ‘Onversneden christendom’ van C.S. Lewis kwam ik bij het gelijknamige hoofdstuk op heel andere gedachten. Daarin betoogt hij dat er 2 soorten van ‘doen alsof’ zijn. Een slecht soort, dat in plaats komt van de werkelijkheid, zoals bij iemand die doet alsof hij je helpen zal in plaats van werkelijk te helpen. Maar je hebt ook een goed soort doen-alsof, dat een aanloop tot de werkelijkheid is. En die goede soort ‘doen alsof’ is buitengewoon interessant…
De goede soort ‘doen alsof’
Waar hebben we het over als we het hebben over een goede soort van doen alsof? Lewis heeft het dan over het anders doen dan je bent, of normaal gesproken doet. En ook over het anders voordoen dan je bent. De slechte manier zou gaan over uitbuiting en er zelf beter van worden. De goede manier gaat over beter doen dan je bent en het boven jezelf uitstijgen ondanks jezelf. Zoals een christen zich met Christus bekleedt en door de Vader gezien wordt als zijn Zoon. Niet omdat we naar hetzelfde wezen zijn als Hem, maar omdat Hij ons ziet door Zijn zoon heen. Met Christus een geworden in het zoonschap. Lewis gebruikt het volgende (verzonnen) verhaal als illustratie:
Een man kreeg eens een masker te dragen, waardoor hij er vele malen aardiger uitzag. Jarenlang moest hij dat masker dragen. En toen hij het afdeed, merkte hij dat zijn gezicht ernaar was gaan staan. Hij was nu werkelijk aardig om te zien. Iets wat als vermomming was begonnen, was werkelijkheid geworden.
Hij schrijft: Wanneer je gevoelens niet bijzonder vriendelijk zijn terwijl je wel weet dat ze dat zouden moeten zijn, kun je vaak het beste een vriendelijke houding aannemen en je gedragen als een aangenamer persoon dan je op dat ogenblik bent. en zoals iedereen wel heeft ervaren, zijn je gevoelens dan binnen een paar minuten inderdaad vriendelijker dan ze waren. De enige manier om een eigenschap in werkelijkheid te krijgen is heel vaak dat je begint te doen alsof je die al hebt.¹
Dit stijgt boven goed en kwaad, het volgen van je geweten uit. Het is de ‘positieve besmetting’ van een Persoon. Je doet het niet omdat het ‘goed’ is (of laat het omdat het ‘fout’ is), maar vanuit de wil om op Christus te gaan lijken. Zoals Lewis zegt: Het tinnen soldaatje begint in een mens te veranderen (werkelijk leven komt binnen). En het deel dat hier geen prijs op stelt is het deel dat nog van tin is. Genesis 4:7 zegt: Als u het goede doet, is er opgewektheid; maar doet u het goede niet, dan loert de zonde als belager aan uw deur, klaar om u te grijpen. Zult u hem de baas kunnen blijven?’
Wat mij betreft is een wat onduidelijke (passief makende) uitspraak dan ook; God houdt van je zoals je bent. God houdt zeker van je maar Hij wil je juist veranderen in wie je kunt zijn. In wie je in potentie al bent, maar zonder Hem nooit zal worden. Hij zal ook je identiteit veranderen. In Hem worden we daadwerkelijk nieuw. Je krijgt zelfs een nieuwe naam (Op.2:17)! Dat wil niet zeggen dat je geen eigen identiteit meer hebt, of ergens onherkenbaar in opgaat. Nee, het wil juist zeggen dat je meer jezelf wordt dan je ooit had kunnen dromen.
Dit is echter niet te danken aan je eigen prestatie, of aan wat of wie je nu bent. Het heeft alles te maken met wat Christus door jou wil doen en hoe je samen met Hem zult opstaan. God houdt van de persoon die je gaat worden en die Hij door Jezus heen nu al ziet. Ondanks je zonden en ondanks wie je nu bent. Ook zou ik nog willen wijzen op de gelijkenis van de verloren zoon: Het betekent namelijk niet dat God in de tussentijd minder van je houdt. Dat je ‘work in progress’ bent en alleen het eindresultaat er toe doet. Nee, de Vader houdt van de zoon. Ja; ook als luier-poepende-baby, stampvoetende-peuter, rebelerende-puber en als vastgeroest-volwassene. Maar dat betekent niet dat de Vader blij is met elk gedrag. Hij heeft pijn en verdriet als de zoon vertrekt. Maar elke dag staat hij toch op de uitkijk om te zien naar diens terugkomst! Dat is Zijn zoekende liefde voor ons.
Kun je dus blijven zoals je bent? ‘Dat zij verre!’, zei Paulus. Maar je zult niet veranderen door hier zelf zo hard aan te trekken, maar vooral door te willen veranderen. Als je een levende relatie hebt met de zoon van God zul je veranderen door Zijn kracht. Daarmee komt ook de vrucht van de Geest. Iemand die onveranderd blijft vanuit Zijn kracht staat nog niet in levende relatie met Jezus. Want, kun je een diepe omgang met Jezus hebben en toch onveranderd blijven?
Niet je eigen gesleutel vernieuwt je leven, maar het zoeken naar de vriendschap en de omgang met Jezus. Hij gaat je leven omvormen.
Frans Horsthuis zei eens tegen me: Het gaat niet om het strijden tegen je eigen natuur (zoals veel christenen lijken te denken), niet dat je jezelf een goede volgeling maakt. Maar juist dat je stopt met het zelf te doen. Dat je alles aflegt en aan de Heer vraagt om Hem het te laten doen, juist omdat het je zelf niet lukt. Dat is waarom Paulus zegt dat hij niets heeft om zelf trots op te zijn of om geprezen te worden. Het is God in Hem. Door zwakte juist sterk. Dat is een mysterie! Niet te doorgronden, en daarom alleen mogelijk door te doen. Niet je eigen gesleutel vernieuwt je leven, maar het zoeken naar de vriendschap en de omgang met Jezus. Hij gaat je leven omvormen.
Verandering
Het is dus veeleer een metamorfose die zich langzaam aan begint te voltrekken. Een afsterven van je oude ‘ik’ en een verandering naar de nieuwe ‘ik’. De nieuwe ‘ik’ die nauw is verbonden met Christus. Een wedergeboorte; een nieuwe creatie.
En ook al is deze nieuwe ‘ik’ nog niet af, kunnen we ernaar denken en handelen. En het blijkt dat bij het goede ‘doen alsof’ het goede door ons heen werkt. Dit is niet altijd makkelijk, je doet tenslotte iets wat niet natuurlijk voor je is. Het is een stukje ‘sterven aan jezelf’. Bedenk maar eens dat je iemand niet zo mag en de keuze maakt te doen alsof je die persoon wel mag (in denken en handelen). Voor je het weet begin je positieve gevoelens te ontwikkelen. Andersom is even waar; bedenk dat je iemand niet mag, en voor je het weet denk je de meest vreselijke dingen. 2 Tim.2:16 (HSV) zegt: Maar ontwijk onheilige, inhoudsloze praat. Want zij die dat doen, zullen steeds meer in goddeloosheid toenemen. Je zou kunnen zeggen: Gedrag gaat aan gedachten en gevoel vooruit, maar andersom is net zo waar; verander je gedrag (door nieuwe gedachten of door te gaan doen) en je gevoel volgt.
Kol.3:7-10 Ook u hebt u indertijd hieraan overgegeven en zo geleefd. Maar nu moet ook u dit alles vaarwel zeggen: woede, drift, kwaadaardigheid, gevloek en vunzige taal! En vertel elkaar geen leugens meer. Trek de oude mens met zijn gedragingen uit, bekleed u met de nieuwe mens, die wordt vernieuwd tot het ware inzicht, naar het beeld van zijn schepper.
Persoonlijke observatie
Een interessante persoonlijke observatie zou je kunnen waarnemen tijdens het zang/aanbiddingsgedeelte in een kerkdienst. Je kunt God bijvoorbeeld groot maken vanuit een ervaren emotie tijdens een aanbiddingsdienst en dit met je gedachten en gedrag kracht bijzetten. Door bijvoorbeeld te zingen, bidden, dansen, vlaggen, muziek te maken, te gaan staan, handen in de lucht te steken of juist door te gaan zitten en je te concentreren.
Anderzijds kun je ook beginnen met gedrag. Je kunt een verstandelijke keuze maken en ‘doen alsof’. Je kunt ‘weten’ dat God groot en heilig is, maar dat niet zo ‘voelen’. Maar wat blijkt als je toch besluit om God te gaan eren met zingen, juichen, springen? Het gevoel volgt als vanzelf.
Ook bij gebed hoor je wel eens menzen zeggen dat het een drempel is om te bidden omdat dat ‘hypocriet’ voelt. Daarmee doelen ze dan vaak op een ervaren verwijdering van God. Er is een blokkade omdat men zich niet dicht bij God voelt. Tenzij er een leven in bewuste zonde is, gaat het hier om een zichzelf in stand houdende situatie. Een zogenaamde vicieuze cirkel. En hoe kan die doorbroken worden? Door niet naar je gevoel te luisteren, maar door te gaan doen wat je in je nieuwe identiteit, je nieuwe gedrag en nieuwe kleding (‘Christus kleed’) zou doen. Bidden dus! En wat zal blijken? Door je gebed kom je weer dichter bij God, ook met je gevoel.
Ter afsluiting zou ik willen zeggen: Als je niet bent zoals je zou moeten zijn, doe dan alsof je het bent. Voor je het weet ben je een ander mens.
Voetnoten
- Uit: Onversneden christendom, C.S. Lewis, 2003, P.182