Aan het einde van mijn vakantie een blog over wijsheid. In het essay ‘de zeebries der eeuwen’ spreekt C.S. Lewis over het vergroten van je eigen culturele en tijdsgebonden perspectief: lees na elke 2/3 boeken iets uit een andere tijd. Je doorziet snel de blinde vlekken van die periode, en het stelt je de blinde vlekken van deze tijd haarscherp voor ogen. Afgelopen weken heb ik boeken gelezen uit allerlei tijdsperioden. Ik probeer deze in dit blog te vervlechten waar het gaat over ‘een leven waard te leven’.
Veel mensen leven achterstevoren: in de jonge jaren als in een extatische vanzelfsprekendheid, alsof er geen morgen komt. In de volwassenheid daarentegen alsof het aantal nieuwe morgens oneindig zal zijn. In de jeugd is er geen tijd om het leven te overdenken omdat alles zo vluchtig is en de dag bijna om, in de ouderdom is er zoveel tijd dat het niet nodig lijkt het leven te overdenken. Weinigen komen tot geestelijke volwassenheid en het leven gaat voorbij in een ogenblik. We zijn zo druk, maar komen tot zo weinig. We rennen en haasten en komen nooit aan, zo hoorde ik eens tijdens een kloosterbezoek.
We rennen en haasten en komen nooit aan.
Op dit punt aangekomen kan ik iemand bijna – en typerend – horen zeggen: Verwachtingsvol reizen is beter dan arriveren (de Deugd in De kromme en de rechte weg van C.S. Lewis). Wat zou je tenslotte moeten overdenken? Welke richting te gaan? Waar zou je kunnen aankomen? En meer nog: Waarom zou ik echt gaan leven, je kunt beter dromen. In je dromen kun je de leukste dingen beleven, terwijl het leven enkel treurigheid is (Kalganov – een karakter in een van Dostojevski’s meesterwerken; De broers Karamazov).
Het echoot na bij Erasmus als hij Sophocles aanhaalt in zijn Lofrede op de zotheid: Het heerlijkst leeft de mens zolang hij niets beseft. En de kortste weg daarheen is via de Eigenliefde, een gave die de Zotheid graag uitdeelt zodat niemand ontevreden is over zijn eigen innerlijk, niemand over zijn afkomst, niemand over zijn positie, niemand over zijn opleiding, niemand over zijn vaderland (…). Waar ze [de natuur] een beetje minder gul is met haar gaven, voegt ze een ietsje meer eigenliefde toe – al druk ik me nu weer dwaas uit, want dit is nu juist de grootste gave.
Het leven zo vrolijk mogelijk door willen komen, zonder er al teveel gedachten aan te wijden is leven in een droomwereld welke vrij gemakkelijk kan uitmonden in een nachtmerrie. Het is de kop in het zand steken en je laven aan de ‘goede’ gaven van de Zotheid. Een ondoordacht leven is het niet waard geleefd te worden, zo zou Socrates bij zijn veroordeling hebben gesproken. Ik beschouw dat als een diepe wijsheid. Om goed dood te gaan, moet je tenslotte goed leven.
Een ondoordacht leven is niet waard geleefd te worden. – Socrates
Maar om goed te leven moet je weten wat goed leven ís. En dat is meer dan het vinden van ‘geluk’. Geluk is tenslotte de vrucht, de opbrengst, nooit het doel van goed leven. En dit niet nagestreefde, maar dankbaar ontvangen geluk is ver verheven boven welvaartsgeluk. Ik schreef daar al eens over aan de hand van de Gedachten van Pascal over duurzaam of voorbijgaand geluk, Rustig en gelukkig leven of De wereld voor mij. In een aforisme gevat:
Geluk is tevreden zijn. Het streven naar geluk is per definitie niet tevreden zijn.
Om te weten wat een goed leven is moet je het leven dan ook overdenken. Maar hoe overdenk je het leven? Een leven dat het waard is om te leven is niet zozeer een gelukkig leven, maar allereerst een zinvol leven. De mens heeft een diepe intrinsieke honger naar zingeving. Existentiële vragen naast levensvragen en levensinvulling. Uit de boeken van zowel Victor Frankl als Edith Eva Eger, beide overlevenden van concentratiekampen en (logo)therapeuten, begrijp ik dat niet de fysiek sterken de kampen overleven, of zelfs degenen met het meeste voedsel, maar juist degenen met overlevingsdrang vanuit een diepere motivatie dan slechts het bemachtigen van de basisvoorwaarden van leven: water, brood, onderdak en warmte.
Ik denk dan ook dat Maslov het mis heeft als het gaat over zijn piramide met basisbehoeften en zelfverwerkelijking. Een zinvol leven lijkt een nog belangrijker bron van leven dan de lichamelijke behoeften. Zelfs onder de allerergste omstandigheden van wreedheden, honger, ziekte en dood, zoals in een concentratiekamp.
Edith Eva Eger schrijft in De Keuze dat het niet gaat om de schuldvraag, maar om ten volle te leven met wat je gekregen hebt; Niet: ‘Waarom bleef ik leven?’, maar: ‘Wat moet ik doen met het leven dat ik heb gekregen?’. Een zinvol leven is een goed leven. Dit is wijs en waar, toch blijft het vanuit een eendimensionaal gezichtspunt bezien. Het is hoe jij het als individu als zinvol ervaart. Zonder universele waarheid en moraliteit blijft het persoonlijke voorkeur: de een prefereert een goede buurman, de ander eet zijn buurman op. Welke buurman prefereer jij? (Ravi Zacharias). Of C.S. Lewis schrijft ergens iets in de trant van de een vindt het belangrijk zijn kinderen een goede opvoeding te geven, een ander drinkt liever een goed glas wijn.
Wat moet ik doen met het leven dat ik heb gekregen? – Eger
Ieder voorvoelt aan deze voorbeelden dan ook dat er een hogere moraal nodig is om het leven aan te staven. Een goed leven is niet wat ik er van maak, of leuk vindt, of hoog acht, het is hoe wij willen dat anderen er naar kijken. Het is dat wat wij willen dat anderen over ons zeggen als zij op onze begrafenis over ons spreken (Steven Covey). Het is een hogere, universele moraal. Een moraal die vrij is van plaats, tijd, cultuur en persoonlijke voorkeur. Ik schreef eerder eens dat of men nu op 0,001mm of 100mm nauwkeurig meet, het bewijst boven alles dat men meet. Met andere woorden; het simpele feit dat we een moreel kader hanteren, ook al hanteren we deze allen anders, geeft met name het feit van een moreel kader aan.
De mensen zeggen, heel praktisch: Begin waar je bent en zoals je bent, probeer vooral niet meer waard te worden, en ga met vriendelijke bedoelingen rond om goed te doen. Als ik al in deze geest zou moeten spreken, zou ik eerder zeggen: Begin met goed te zijn (Walden – H. D. Thoreau). Een goed leven begint op een dieper niveau met goed te zijn, daaruit volgen zinvolle activiteiten en een zinvol leven. Om goed te zijn is wijsheid nodig. Want wijsheid is niet enkel kennis, of de toepassing daarvan, maar is een doorkneding met een moreel en verantwoordelijk leven, samen met een (kinderlijk naïeve) blijdschap in het nastreven van het goede. Het is een zuivere ziel. Daarom zijn zoveel wijze mensen niet zozeer de intelligentsia van deze wereld, maar zijn wijzen in alle sociale lagen terug te vinden.
Begin met goed te zijn. – Thoreaux
En in die wijsheid, in die universele (en objectieve) moraliteit komt ons zielsverlangen samen van alles wat mooi, rechtvaardig, krachtig en van waarde is. De menselijke ziel nu streeft ernaar te achterhalen hoe deze dingen zijn, door het oog te richten op wat met haar verwant is en waarvan niets volmaakt is. Zeker, wanneer het gaat over de koning en over wat ik zei, bestaat er niets van dien aard. En daarop stelt de ziel natuurlijk de vraag: ‘Maar wat is het dan wel voor iets?’ En die vraag, o zoon van Dionysius en Doris, is de oorzaak van alle kwalen, of liever, omtrent die vraag komen in de ziel barensweeën op. – Plato
Sommigen menen dat wijsheid intern is en dat het gaat om zelfontplooiing: Building a better me – Dogwood. Maar om een betere zelf te creëren dien je al te weten wat beter is. Het is de valkuil van de zelfverwerkelijking waarin aan een betere versie van jezelf gewerkt kan worden zonder te weten wat beter is. Net als geluk volgt een betere zelf uit andere, eerdere, hogere keuzes.
Omtrent die vraag komen in de ziel barensweeën op. – Plato
Die barensnood geeft aan dat deze wijsheid niet zondermeer of enkel in jezelf te vinden valt. De mens staat niet op zichzelf, maar heeft een ander nodig. Een verbinding zowel verticaal en horizontaal. Liefde is cruciaal in onze verbondenheid met anderen. En de verbondenheid met anderen is cruciaal voor werkelijk leven. Werkelijk leven is even in verbondenheid – Martin Buber. De grootste liefde is leven voor een ander. Is sterven aan jezelf. Vrijheid is een keuze te maken zei ik eerder, en er is de keuze voor het hogere boven het lagere. Nu voeg ik daaraan toe dat het ook beter is een keuze te maken. Het is tenslotte beter in vrijheid te leven – Te kiezen hebben: Sterven.
Werkelijk leven is leven in verbondenheid.
De wijsheid om een zinvol leven te leiden – een leven dat het waard is te leven – is niet in jezelf te vinden. Ook is het niet buiten jezelf in tijdelijk geluk te vinden. Maar het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je hebt verworven, inzicht toevoegt – Koning Salomo, Spreuken 4:7. Een doordacht leven, een leven van inzicht, wordt een zinvol leven als je ook naar wijsheid handelt. En in haar spoor – niet voorafgaand – levensgeluk. Wat zo heel anders is dan dingen te doen ‘waar je blij van wordt’, dat is het snelle, maar ook kortdurende geluk.
Maar als deze wijsheid niet in jezelf te vinden is, maar ook niet buiten jezelf in de wereld, waar dan? Salomo zegt in Spreuken 9:10: Als je wijs wil worden, begin dan met ontzag te hebben voor de Heer.
Zoek het in jezelf en vind ongerechtigheid en onwaarheid (leugen)
Zoek het buiten jezelf en vind tijdelijk geluk.
Zoek het in God en vind het zowel in als buiten jezelf, duurzaam in hem.
Zo spreekt Blaise Pascal in Gedachten. Het resoneert bij eigentijdse denkers als Emanuel Rutten die in Overdenkingen (met een knipoog naar Pascal) schrijft: Dit is mijn ‘best account’. Dit is mijn manier van leven. Dit is mijn wijze van in de wereld zijn. In het christendom vond ik een existentieel en ook esthetische waarachtigheid, een wijsgerige diepgang die ik tot dusver bij geen enkele filosoof was tegengekomen.
Misschien is geluk wel te willen zijn waar je bent en daar je beste zelf te geven. In een diepe verbondenheid met je omgeving en met de Wijsheid. Wijsheid met hoofdletter, omdat je je hier ook mee kunt verbinden. Het blijkt persoonlijk te zijn. Wees niet dwaas, mijn ziel, laat het oor van uw hart niet doof worden van het tumult van uw dwaasheid. Luister ook gij. Het Woord zelf roept u op om terug te keren – Belijdenissen, boek IV, Augustinus.
En aan het einde van deze zoektocht naar wijsheid vinden we we de bron zelf. Niet door ons zoeken, maar met het openen van ons hart door inzicht. God vindt ons. En we laten ons vinden door God – Benedictus. Een leven waard te leven is een wijs leven. Een leven met de Wijsheid zelf.
We laten ons vinden door God. – Benedictus