Steun ons | Klik hier
Concrete navolging van Jezus is in elk opzicht bijzonder te noemen.¹ Bijzonder in de zin van: anders, opmerkelijk, buitengewoon. Achterlatend wat je hebt, kent en bent, om de nieuwe Meester te volgen. De oproep van Jezus is niet slechts een oproep tot verlaten – het is een oproep tot volgen die tot diep in de ziel doordringt en die wil verbinden, een nieuw zijn met Hem. In deze verbinding zit verandering en vernieuwing besloten.
Wat er gebeurt is dat deze navolging – de diepe verbinding en vernieuwing in Hem – tot uitzondering wordt gemaakt door de verering ervan. Niet voor niets worden sommigen heilig verklaard; vergetend dat wij allen geroepen zijn tot heiliging.² Door het voetstuk wordt afstand gecreëerd tussen hen die Jezus concreet navolgen en zij die dat niet (zichtbaar) doen.³
Het bijzondere is uitzonderlijk gemaakt door de verering ervan
Ik moet hier denken aan de popster: ieder met enige muzikaliteit weet dat het niet (perse) zo is dat de meest populaire idolen ook de beste muzikanten zijn. Het is een kwestie van talent, uiterlijk, connecties, het juiste moment en dergelijke, dat zij tot dit podium verheven zijn. Opkijkend naar deze popidolen kun je echter je passie verliezen: het is een uitzonderlijke positie die slechts voor enkelen is weggelegd. Zo lijkt het soms met de roep van Jezus in je leven ook zo te zijn: daar waar die of gene (heilige) is, dat is voor ons onbereikbaar.
Hier moet ik kort ingaan op drie misverstanden die gerezen kunnen zijn:
- De eerste is dat het niet zo is dat het doel zou zijn om ‘in the spotlight’ te staan, het tegenovergestelde is eerder het geval. Het doel van de muzikant zou muziek maken moeten zijn, en het overbrengen van de muziek, ongeacht de grootte en soort publiek. Begrijp me niet verkeerd: ik probeer niet aan te geven dat het niet bijzonder zou zijn, ik probeer aan te geven dat het voor de volgeling van Jezus minder uitzonderlijk zou moeten zijn. Niet het podium is van belang, maar het maken van muziek.
- Het tweede is dat je best mag opzien naar een ander, mag leren van de ander. Zegt Paulus zelf niet ‘Volg mij, zoals ik Christus volg’ (1 Kor.11:1)? Zo mogen wij ook anderen als voorbeeld gebruiken en tot voorbeeld zijn. Het risico dat ik zie is de schijnbare onbereikbaarheid.
- Het laatste misverstand zou kunnen zijn dat er geen groei zou mogen zijn, maar een staat van instant zijn. En alhoewel het inderdaad zo is dat je een nieuwe status krijgt zodra je Jezus volgt – zoals dat je getrouwd bent zodra je met je getekende trouwboekje het gemeentehuis uitloopt (zonder volledig besef te hebben wat het huwelijk gaat inhouden) – wil dit niet zeggen dat er geen groei zou zijn. Als wij de Meester volgen zijn wij direct zijn leerling – en die verhouding van Meester en leerling laat samenhangend zien dat hierin een leerweg besloten ligt.
Dit is dan het satanische: het bijzondere – navolging – tot uitzondering te maken. De duivel stimuleert de concrete navolging van de enkeling, als dit ertoe leidt dat vele anderen lijdzaam zullen toekijken. We zetten het bijzondere werk van moeder Theresa in een lijst om naar te kijken en zeggen dan ‘bijzonder hè, dat zouden wij nooit kunnen’. Dat is iets als het in je huis ophangen van andermans trouwfoto – om dan tegen elkaar te zeggen – ‘Mooi hè, zo’n huwelijk, dat van ons kan nooit zo zijn’, zonder te beseffen dat het je eigen foto is die je aan de belofte van trouw (en het werken aan het huwelijk) mag herinneren. Of de dakloze man die naar een ander staat te kijken hoe deze een huis begint te bouwen, vervolgens een toeloop veroorzaakt en dan zegt: ‘Kijk mensen; die heeft het begrepen’ – om vervolgens vermoeid op de bank in het parkje te gaan liggen.
Wat onder volgelingen van Jezus gemeengoed zou moeten zijn is exclusief geworden. Zo wordt de gemeente in slaap gesust. Als God echter deze oude heidense tempel komt bewonen (ikzelf), dan laat Hij mij niet de oude goden aanbidden. Die worden verwijderd. Er zal gerenoveerd worden. Het oude is niet meer. Als het zaad in goede aarde is gevallen en God komt er met zijn ‘milde regen’ overheen (Psalm 68:10), dan gaat het zaad groeien. Er zal meervoudige vrucht uit voortkomen (Joh.15:5).
‘Als je verbonden wilt zijn met God, is het niet zo dat je moet, mag of kan veranderen, maar dat je simpelweg door deze relatie zal veranderen. Het is het logische gevolg van Zijn nabijheid en de wederkerige relatie.’
Dus stoppen met het ‘vereren van de heiligen’? Dat is veel te kort door de bocht. Laten we opkijken naar anderen ter aansporing. En daar waar we ons passie – onze eigen persoonlijke navolging – dreigen te verliezen en de afstand onoverbrugbaar groot lijkt, mogen we herinneren dat navolging voor de gewone man is. En dat dit mogelijk is blijft uitzonderlijk bijzonder.
Jezus zei: ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ (Mat. 20:26-28) En daarin is moeder Theresa een prachtig voorbeeld.
Voetnoot:
- De concrete navolging van Jezus is niet alleen bijzonder, maar ook wonderlijk – in de zin van een wonder. Het is een goddelijk ingrijpen in de menselijke natuur.
- Ik doel hier niet uitsluitend op de heiligverklaringen binnen o.a. de Rooms-katholieke kerk, maar de neiging van elk mens een ander mens of beeld (ervan) te vereren. Met betrekking tot ‘geroepen tot heiliging’: 1 Petr.1:15-16, Mat.5:48, Ef.1:4, etc.
- Het is als protestant verleidelijk je hier te haasten te zeggen dat het om de ‘werken’ toch niet gaat. Een geloof zonder werken is echter een dood geloof (Jak.2:26, Titus 1:16). Het is dus ook niet zo dat het niet om de werken gaat.