Steun ons | Klik hier
Het morele argument: Bewijs voor God’s Bestaan?
Dit is deel 4 van een videoserie over argumenten voor Gods bestaan. Gemaakt in co-creatie met AI (Artificiële Intelligentie).
Duik in de fascinerende wereld van het morele argument en ontdek hoe het helpt te begrijpen dat er redelijke argumenten bestaan voor geloof in God! Bekijk hier de video:
Hierbij de integrale tekst, met hier en daar wat extra’s wat niet meer in de video is terecht gekomen:
Het Morele Argument
Het morele argument stelt dat als er geen God is, er geen ‘juist’ en ‘verkeerd’ zou zijn dat voor iedereen geldt. Met andere woorden, zonder God zou alles wat we doen – liegen, moorden, stelen, of anderen helpen – gewoon een kwestie van persoonlijke voorkeur of culturele gewoonte zijn, niet echt ‘goed’ of ‘fout’.
Toch bestaan er morele waarden die alle mensen in alle tijden en culturen als ‘goed’ of ‘fout’ aanduiden. Mensen hebben een aangeboren besef van dit ‘goed’ en ‘fout’. Denk aan elkaar helpen of doden. Het maakt niet uit waar we vandaan komen, we voelen allemaal dat het één goed is en het ander slecht. Zonder een goddelijke basis voor moraliteit, zouden morele waarden en principes gewoon maar iemands mening zijn.
Dit goed begrijpen is belangrijk omdat het er op wijst dat er zonder God geen echte (objectieve) moraliteit kan zijn. Het impliceert dat onze diepe gevoelens van goed en kwaad, en ons verlangen naar rechtvaardigheid en liefde, allemaal wijzen op het bestaan van een morele God die de wereld heeft gemaakt en ons heeft gemaakt met een gevoel van wat goed en kwaad is.
In een wereld zonder God en zonder objectieve moraliteit, zouden morele waarden en verplichtingen slechts sociale constructies zijn, gebaseerd op persoonlijke voorkeuren, culturele gewoonten of misschien evolutionaire processen.
Vergelijkingen
Stel je eens voor dat je met je beste vriend afspreekt om samen iets te gaan doen na school of werk, maar in plaats daarvan gaat hij met iemand anders wat doen en liegt hij tegen je. Je voelt je bedrogen en verdrietig. Waarom voel je dat? Wat is er verkeerd aan zijn handelen? Heeft hij niet gewoon voor zichzelf gekozen?
Nog een voorbeeld. Stel je eens voor dat je op een kind moet letten die bij de zandbak aan het spelen is. Maar je hebt eigenlijk meer zin om wat te gaan drinken met vrienden. Iedereen begrijpt dat op het kind passen voor gaat. Maar als dit slechts een subjectieve mening is, ieder dit ten diepste voor zichzelf kan bepalen, kunnen we het niet kwalijk nemen als iemand toch wat gaat drinken.
Dit zijn voorbeelden van objectieve moraliteit – het idee dat sommige dingen altijd verkeerd zijn, ongeacht wat mensen erover denken. Volgens het morele argument komt deze objectieve moraliteit van God, omdat God zelf de ultieme goedheid is. Ook om goed te doen moet je boven jezelf uit kunnen stijgen. Je eigen ego en verlangens opzij stellen om iets anders boven jezelf te stellen.
Maar, we hebben wél een universeel begrip van verantwoordelijkheid en zorg voor anderen, dat voorrang heeft op onze eigen verlangens. Dit soort morele kennis, dat zo diep en universeel is, suggereert dat er een hoger moreel wezen moet zijn, namelijk God, die deze morele wetten heeft ingesteld.
Argumenten voor het kosmologische argument:
- Als God niet bestaat, dan zou er geen echt ‘goed’ of ‘fout’ zijn dat voor iedereen geldt.
- Maar we weten allemaal dat sommige dingen echt ‘goed’ zijn (zoals helpen) en sommige dingen echt ‘fout’ zijn (zoals liegen of stelen). Het maakt niet uit waar we vandaan komen, we voelen allemaal dat dit waar is.
Daarom moet God bestaan. God is degene waaruit ‘goed’ en ‘fout’ voortvloeit, en geeft ons het vermogen om dit te weten.
Zonder God kan er daarom geen objectieve moraliteit zijn, alleen subjectieve gevoelens en gedachten. Objectieve moraliteit impliceert dat onze diepe gevoelens van goed en kwaad, en ons verlangen naar rechtvaardigheid en liefde, allemaal wijzen op het bestaan van een morele God die de wereld heeft gemaakt en ons heeft gemaakt met een gevoel van wat goed en kwaad is.
Tegenargumenten:
Tegenwerpingen die op deze argumenten gemaakt kunnen worden zijn de volgende:
1. Morele waarden kunnen worden verklaard door evolutie en sociale processen, zonder de noodzaak van een goddelijke basis.
Reactie: Gelovigen kunnen hier het volgende tegenin brengen: Stel je eens voor dat je een spel speelt, zoals een voetbalwedstrijd. Er zijn regels die iedereen moet volgen. Wie heeft die regels gemaakt? De scheidsrechter? De spelers zelf? Nee, de regels zijn er omdat ze. al bedacht waren voordat het spel begon. Op dezelfde manier moet er iemand zijn die de morele regels heeft bedacht. Zoals een wet een wetgever vereist.
2. Er zijn veel morele verschillen tussen culturen, wat suggereert dat moraliteit niet universeel is.
Reactie: Hoewel er culturele verschillen in morele opvattingen zijn, zijn er ook veel overeenkomsten. Deze gedeelde morele waarden suggereren een universele basis, die het best kan worden verklaard door het bestaan van God. Bijna iedereen weet bijvoorbeeld dat het verkeerd is om te liegen, te stelen of te moorden. Deze overeenkomsten laten zien dat er enkele basisregels zijn die voor iedereen gelden, ongeacht waar ze vandaan komen.
Morele wezens
Of we het nu wel of niet helemaal eens zijn met elkaar over welke moraal het beste is, het geeft aan dat we morele wezens zijn. Om het anders te zeggen: of je nu meet in centimeters of kilometers, het laat vooral zien dát we meten.
Deze morele regels komen overigens niet voort uit wat God daar over denkt of van vindt, maar is een weerspiegeling van wie Hij is – de ultieme bron van goedheid, waarheid en liefde. Iets is goed omdat Hij goed ís!
Wie hebben het morele argument gebruikt?
Er zijn veel theologen en filosofen die het kosmologische argument hebben ondersteund, bedacht of uitgedragen. Enkele van de belangrijkste zijn:
- Immanuel Kant (1724-1804): een Duitse filosoof die het morele argument op een andere manier benaderde. Hij geloofde dat het bestaan van God noodzakelijk was om de morele plicht en het verlangen naar geluk te verenigen.
- C.S. Lewis (1898-1963): een Britse schrijver en christelijke apologeet die het morele argument gebruikte in zijn boek “Mere Christianity”. Hij stelde dat het universele besef van goed en kwaad een aanwijzing is voor het bestaan van een wetgever, oftewel God.
Het argument is in de loop van de geschiedenis door verschillende filosofen en theologen is aangepast, verfijnd en geïnterpreteerd. Hier is een voorbeeld van een denker en zijn benadering van het argument:
- De natuurwetbenadering: Thomas van Aquino (1225-1274) stelde dat morele waarden voortkomen uit de natuurlijke wet, die door God is ingesteld.
Dit is slechts een voorbeeld van denkers die het kosmologische argument op verschillende manieren hebben benaderd. Het argument is door de eeuwen heen geanalyseerd en aangepast door filosofen en theologen met verschillende culturele en religieuze achtergronden, wat heeft geleid tot diverse interpretaties en versies van het argument.
Conclusie
Het morele argument suggereert dat het bestaan van universele morele waarden en principes bewijs is voor het bestaan van God. Hoewel er tegenargumenten zijn, zijn de gedeelde morele waarden en het aangeboren besef van goed en kwaad in alle tijden en culturen een sterke aanwijzing voor een goddelijke wetgever. Deze goddelijke wetgever, heeft deze universele morele principes ingesteld en ons het vermogen gegeven om ze te begrijpen en te volgen.
Toegift: christenen zijn betere mensen?
Een opmerking die ik wel eens gehoord heb en die ik hier wil adresseren: denken christenen nu dat ze betere mensen zijn? De enige die ware moraliteit kennen? Het antwoord is een luid en duidelijk ‘nee’. Als God bestaat – en daarmee objectief goed en kwaad – is dat kenbaar voor alle mensen, culturen, tijden en geloofsovertuigingen. Christenen, moslims, atheïsten. Wat je van christenen zou kunnen zeggen is dat ze besef hebben gekregen van hun zonde, zodat ze weten dat ze uit zichzelf niet werkelijk goed kunnen zijn. Ze beseffen dat om met God in het reine te komen een redder nodig is. En dat is Jezus. De kerk is dan ook niet een plek van heiligen in de zin van ‘mensen zonder fout’. Nee, het is als een geestelijk ziekenhuis, een plek van mensen die komen voor hulp en genezing. Toch noemt God ieder die met Hem in het reine komt ‘heilig’. Letterlijk betekent ‘heilig’: apart gezet. Heilig zijn is daarom ook niet een foutloos mens, maar een volgeling van Jezus.
Wil je hier meer over weten? Stuur ons dan een berichtje. We horen graag van je!