Site pictogram Zin Vol Zin

Het ongelooflijke toeval van ons bestaan

Schermafbeelding 2015-10-03 om 19.38.05Ik stuitte gisteren op een interview met de Engelse hoogleraar Alice Roberts¹ met betrekking tot haar nieuwe boek Het ongelooflijke toeval van ons bestaan. Een boek met een dergelijke titel wekt direct mijn interesse op door het gebruik van het woord ’toeval’ in plaats van meer voor de hand liggende termen als ‘onwaarschijnlijk’ of ‘bijzonder’. Toeval wil bij definitie zeggen: zonder bedoeling, terwijl die er wel lijkt te zijn.

Hiermee heeft het boek een titel met filosofische lading gekregen, voor een (naar alle waarschijnlijkheid) populair wetenschappelijk boek. De titel zal bedoeld zijn om een bepaald soort lezer te trekken. Mijn interesse is met name gelegen in het uitsluiten van het bovennatuurlijke op basis van natuurlijke argumenten.

‘Waarom is ons lichaam zoals het is?’ Daarover gaat Het ongelooflijke toeval van ons bestaan aldus het interviewVolledigheidshalve noem ik hier dat ik voor dit blog uit ben gegaan van het interview, het boek heb ik vooralsnog niet gelezen. Alice Roberts moet zonder twijfel een uitstekend wetenschapper zijn en scherpzinnige dingen te zeggen hebben binnen haar eigen vakgebied. In dit blog ga ik in op een aantal misverstanden die uit het interview naar voren komen.

De eerste opmerking uit het interview waarover ik wat wil zeggen gaat over de feiten:

“(…) Hetzelfde geldt voor de aanwezigheid van een dooierzak. Nutteloos, want mensen hebben een placenta om het embryo van voeding te voorzien. Maar die dooierzak zit er wel omdat we voorouders hadden die eieren legden. De evolutionaire geschiedenis heeft zijn voetsporen achtergelaten in het embryo.”

Even gecheckt bij mijn zwager (bioloog). Wat blijkt? De dooierzak is niet ‘nutteloos’ zoals Roberts beweert, het is zelfs van vitaal belang bij de ontwikkeling van het embryo!² Zou Roberts dit in haar boek hebben staan? Vervolgens noemt Roberts het volgende :

“Toch vinden sommige mensen evolutie problematisch omdat ze zich lastig kunnen voorstellen dat de complexiteit van het leven op aarde afstamt van een enkele cel. Een bovennatuurlijke verklaring is dan wellicht makkelijker te geloven. Maar ieder mens is begonnen als één cel, een bevruchte eicel. Als je zo over jezelf leert denken, als een complex wezen van biljoenen cellen ontstaan uit een cel, dan heb je geen enorme dosis voorstellingsvermogen nodig om ook evolutie te begrijpen.”

Twee opmerkingen hierover:

  1. Dit is het argument van ‘de mens begrijpt het niet of weet het (nog) niet, dus heeft God het gedaan’, zoals door bekende atheïsten als Atkins en Dawkins vermarkt in het ‘God of the gaps’ argument. Door toenemende wetenschappelijke kennis zijn er steeds minder ‘gaps’ en is God dus niet meer nodig. Als dit inderdaad de manier van redenen en verklaren van God zou zijn, dan hadden ze een valide punt. Maar dat is natuurlijk niet zo. Ik ken persoonlijk geen enkele christen die zegt ‘ik begrijp het niet en dus bestaat God’ of ‘hier heb ik geen (wetenschappelijke) kennis over dus heeft God het gedaan’. (Dat wil niet zeggen dat je niet in verwondering kunt zijn over de complexiteit of grootheid van het leven dat je nooit zou kunnen denken ‘wauw, ik begrijp er niets van, wat heeft God dat bijzonder gedaan’. Verwondering is geen argument voor Gods bestaan, het is een gevolg van het geloof in hem). Dit is het zogenaamde ‘stroman-argument’. Je gebruikt een stelling (stroman), je zegt dat anderen die stelling aanhangen en vervolgens zeg je dat het een valse stelling is. In dit geval is het: ‘Ik begrijp het niet en daarom bestaat God’. Nogmaals; ik heb nog nooit iemand dit als argument horen gebruiken in welke discussie dan ook. Dat mensen in God geloven is op basis van heel andere argumenten.
  2.  De cel waaruit een mens zich ontwikkelt is een volwaardige cel waarin alle informatie over de te vormen mens al zit. Een zeer complex en prachtig ontwerp (zoals Roberts het zelf later ook omschrijft). Dit is niet vergelijkbaar met de primitieve cel zonder al deze informatie, waar AL het leven uit voort is gekomen. Sterker nog hoe langer ik over dit argument nadenk hoe onbegrijpelijker het eigenlijk is. Heeft Roberts hier zelf een serieuze gedachte aan gewijd? Dat zou het boek zeker interessant maken.

We gaan verder:

U schrijft in uw boek vaak dat lichaamsdelen ontworpen (designed) zijn voor een bepaalde functie. “Dat klopt. Met dat woord heb ik wel even geworsteld, want design impliceert misschien dat evolutie het werk is van een ontwerper. Maar ik kan geen beter woord bedenken dat zo goed beschrijft hoe een structuur past bij zijn functie. We moeten het woord terug veroveren van de creationisten. Ik vind niet dat ‘ontwerp’ een ontwerper impliceert, niet meer dan dat je voor evolueren een evolueerder nodig zou hebben.”

vandale4Roberts gebruikt het woord ontwerp liever niet – om begrijpelijke redenen – maar kon toch geen ander woord vinden dat beter omschrijft wat ze waarneemt. Vervolgens probeert ze echter de ontwerper te omzeilen door te zeggen dat ‘ontwerp geen ontwerpen impliceert, net zomin als evolueren een evolueerder’. Serieus?
Even de definities erbij pakken (van Dale): ontwerp: een omschreven plan, evolutie: geleidelijke ontwikkeling. Oké, nu haar zin nog een keer gebruiken: een omschreven plan heeft geen bedenker nodig, net zo min als geleidelijke groei een ‘groeier’ nodig heeft. Het is zoiets als zeggen dat een welgemikte gooi geen werper nodig heeft, net zomin als dat een opgroeiend kind een groeier nodig heeft. Uhhh huh? Ik zou zeggen dat Roberts de Ontwerper niet zo goed omzeild heeft: ze wijst recht in Zijn richting.

Volgend gedeelte:

“Zou je evolutie opnieuw afdraaien vanaf het begin dan zouden er geen mensen zijn. En de mens als zodanig evolueert nog steeds. Veel religieuze mensen vinden het feit dat er geen plan is moeilijk te accepteren. Maar ik hou ervan. Evolutie gaat niet om de creatie van individuele soorten. Al het leven op aarde is aan elkaar verwant. Het is een vertakte boom met een gemeenschappelijke oorsprong waaruit alle soorten zich verspreiden. Wij zijn als biologische soort gewoon een takje aan die boom.”

Hier speelt de naturalistische opvatting van Roberts haar vermoedelijk parten. Want ‘zou je evolutie opnieuw afdraaien vanaf het begin’ weet je alleen dat er geen mensen zouden zijn als evolutie een toevallige – niet geleide – afwikkeling heeft. Dit is echter niet uit het bestuderen van de natuur op te maken. Roberts verwart haar wetenschappelijke conclusies met filosofische beginselen.³

Verder zegt Roberts vanuit een zelfde verwarring als van het begin: ‘Veel religieuze mensen vinden het feit dat er geen plan is moeilijk te accepteren’. Maar dat beweren ‘religieuze mensen’ helemaal niet. Veel religieuze mensen (theïsten met name) vinden het aannemelijk dat als er een ontwerp is, er ook een ontwerper zal zijn.

Heeft Roberts er bij stil gestaan dat een universum welke uit louter toeval is ontstaan, zonder reden, zonder doel, zonder aanleiding, waaruit vervolgens toevallig leven is ontstaan, met als bijproduct wezens die kunnen denken, dat dit denken ook doelloos, redeloos en toevallig zou moeten zijn? Daarmee zijn de gedachten van Roberts ook toeval (even ter herinnering: toeval is zonder bedoeling, terwijl die er wel lijkt te zijn). Ze hadden zomaar heel anders kunnen zijn: rood + banaan = 3 zou bij een opnieuw aflopen van evolutie zomaar zinvol kunnen lijken.4

Indien het redeneren echter toch zinvol en redelijk wordt geacht is het alleszins redelijk te veronderstellen dat dit niet toevallig kan zijn.

De strekking van uw verhaal is dat het ongelooflijk onwaarschijnlijk is dat wij er zijn. “Ja, en dat bedoel ik op twee manieren. Ten eerste is de aanwezigheid als mens op deze planeet onwaarschijnlijk. Er zijn veel punten waarop evolutie een andere richting had kunnen inslaan. Als er 65 miljoen jaar geleden geen meteoriet op aarde stortte die de dinosaurussen uitroeide, dan zouden wij er bijvoorbeeld niet zijn geweest. Waarschijnlijk zouden de dino’s hier nog steeds rondlopen. Daarnaast is onze aanwezigheid als individu zeer onwaarschijnlijk. Als die ene zaadcel die ene eicel niet had ontmoet, dan was je nooit geboren. Dan zou je een ander persoon zijn geweest.”

Het is inderdaad heel bijzonder, maar niet toevallig. Het lijkt er op dat of de titel van het boek verkeerd gekozen is, of dat Roberts zich misrekend heeft en verondersteld heeft dat een bestuderen van de natuur uitsluitsel kan geven over de boven-natuur (het bovennatuurlijke/metafysische). Het is alsof iemand een televisie van binnenuit bestudeerd en aangeeft dat er inderdaad sprake is van electronica, bedrading, energie, led, maar dat dit zichzelf volkomen verklaart en dat de uitkomst – dat wat er wordt uitgezonden – berust op bijzonder toeval. Niets wijst op een bedenker van programma’s of een maker van een televisie. Echter, hoewel de studie van de televisie je duidelijk kan maken dat er sprake kan zijn van een ontwerp zal een gedetailleerde studie van de processor je niet verder helpen bij dit vraagstuk. Gek genoeg lijkt roberts dit echter te impliceren. Roberts heeft een omgekeerde ‘God of the gaps’ verklaring: ik heb een natuurlijke verklaring dus daarom bestaat God niet.

Nou ja, het heeft mij weer wat leuk denkwerk opgeleverd. Zoals je hebt gezien ben ik van de discussie creatie vs. evolutie weggebleven. Dat spel wordt gespeeld en de inzet is het bestaan van God. Om het met Kierkegaard te zeggen: ‘Het is mij te moede zoals het een schaakstuk te moede moet zijn wanneer de tegenstander ervan zegt: dat stuk kan niet spelen.’ Ik heb gepoogd de inzet weer te maken tot wat het is: een wetenschappelijk gelijk of ongelijk van een gebeurtenis die natuurlijk beschouwd zou moeten worden. Aan zet zijn de biologen, vooreerst niet de theologen.

.


Noten

  1. De Engelse Alice Roberts (1973) is dokter, klinisch anatoom en paleoantropoloog. Ze is als hoogleraar Public Engagement in Science verbonden aan de universiteit van Birmingham. Voor de BBC presenteerde ze programma’s als The incredible human journey en Origins of us over menselijke evolutie. Verder schrijft ze columns over wetenschap voor de Britse zondagskrant The Observer.
  2. Zijn exacte woorden waren ‘Ze heeft onder een steen gelegen. In 1995 waren ze er al ruim achter: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8549844’. Zie ook: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23050970
  3. Ik vond hier een artikel dat dit probeert te weerleggen: http://filosofie.be/blog/cliff-beeckman/129/over-wetenschap-pseudowetenschap-en-het-bovennatuurlijke. Het zegt: 
    Wetenschappen zouden vermeende bovennatuurlijke fenomenen niet kunnen bestuderen omdat (1) wetenschappen een naturalistisch wereldbeeld veronderstellen, of omdat (2) beweringen omtrent bovennatuurlijke fenomenen per definitie buiten het domein van wetenschappelijk onderzoek vallen. Beide stellingen zijn echter manifest onjuist. De eerste stelling is onjuist omdat men een methodologisch naturalisme voor een metafysisch naturalisme aanneemt. Wetenschappers hanteren impliciet de regel om objectieve waarnemingen te verrichten en daarbij vooreerst op zoek te gaan naar natuurlijke verklaringen voor de waargenomen verschijnselen (denk aan het scheermes van Ockham). Men zou dit een methodologisch naturalisme kunnen noemen. Het wordt echter vaak verward met een metafysisch naturalisme dat uitgaat van de stelling dat de werkelijkheid zuiver natuurlijk is. De tweede stelling is eveneens onjuist. Het testen van hypothesen kan gekarakteriseerd worden door de hypothetisch-deductieve methode. De idee is dat wanneer een entiteit, fenomeen of effect bestaat het ook rechtstreeks of onrechtstreeks waarneembaar is. Een hypothese wordt dus gedisconfirmeerd wanneer waarnemingen ontbreken die men verwacht indien de hypothese waar is of wanneer waarnemingen worden vastgesteld die onverwacht zijn gegeven dat de hypothese waar is. Dat geldt zowel voor natuurlijke als bovennatuurlijke entiteiten, fenomenen of effecten. Daarnaast wordt de stelling tevens gelogenstraft door de feiten. Er wordt regelmatig wetenschappelijk onderzoek verricht naar bovennatuurlijke entiteiten, fenomenen of effecten. Denk bijvoorbeeld aan dubbelblinde gebedsexperimenten die het effect nagaan van gebed op genezing of denk aan onderzoek naar bijna-doodservaringen (BDE’s). 1e stelling: het wordt niet verward met (metafysisch) naturalisme, het is (metafysisch) naturalisme. Dit is hiermee totaal niet weerlegt. Namelijk; als er een natuurlijke verklaring is, sluit dat geen bovennatuurlijke verklaring uit. Sterker nog: de natuurlijke verklaring kan veroorzaakt zijn door iets bovennatuurlijks.  Voor de 2e stelling geldt hetzelfde. Bijvoorbeeld het onderzoek naar dubbelblinde gebedsexperimenten – overigens ook prachtig door C.S. Lewis beschreven – gaan uit van een natuurlijke oorzaak. Hoe kan hiermee een bovennatuurlijk doel worden uitgesloten? Gebed is een verzoek, geen natuurwet. Om het met Lewis te zeggen: ‘(…) Je vraagt een vrouw ten huwelijk. Soms krijg je het gevraagde, soms niet. Maar krijg je het, dan is het lang niet zo eenvoudig als het misschien lijkt om met wetenschappelijke zekerheid te bewijzen dat er een causaal verband is tussen vragen en krijgen. (…) Wat betreft de vrouw die ja zegt op je aanzoek – zou zij daar toch al niet toe besloten hebben? Je aanzoek zou wel eens niet de oorzaak maar het gevolg kunnen zijn van haar besluit.’
  4. Interessante gedachte onder andere van Lewis en Plantinga. Zie: http://www.bol.com/nl/p/het-echte-conflict/9200000016515060/ en http://www.bol.com/nl/p/wonderen/666792860/
Mobiele versie afsluiten