Ik hik een schaterlach
Sta gierend op mijn voeten
Verslik en proest het uit
Hap naar adem
Praat te luid
Met tranen in de ogen
Hortend, stotend
onnavolgbaar opgetogen
Stamel ik wat
oeverloos gezever
Ben het alweer zat
Dat weeïg gevoel
Als ik brullend op de tafel
Of over grond krioel
Geleidelijk aan bedaren
Tenenkrommend traag
Heerlijk opluchting ervaren
Zuchtend voor het laatst
Totdat mijn oog het jouwe vindt
Vluchtend, maar te laat
Zinderende lucht
Een lachsalvo ontwaakt