Al veel langer geloof ik dat de ‘kerk’ iets anders is dan slechts een wekelijks samenkomen in een gebouw. Tot zover niets nieuws, want bijna elke bevlogen christen kent deze gedachte(n) wel.
Afgelopen maanden ben ik door een proces gegaan waarvan ik iets wil delen. Wat nu volgt is niet zozeer het resultaat van (on)geloof of vanwege teleurstelling. Niet dat dit mij vreemd is, want ik ben in de loop van de tijd wel teleurgesteld en vermoeid geraakt van alle verschillende theologieën, stromingen, denominaties, ideeën, mensen, God en met name mezelf. Dit heeft echter juist geleid tot een vernieuwing van mijn geloof. De volgende gedachten zijn eerder het resultaat van deze vernieuwing.
.
Wat is de kerk?
Laat ik beginnen bij wat de kerk voor mij is. Het woord kerk vind je in de Bijbel terug als het woord ‘Ecclesia’, wat ‘bijeenkomen’ betekent. De kerk is dus geen gebouw en ook geen kerkgenootschap. De kerk is daar waar ontmoeting plaatsvindt tussen gelovigen. Het is een verbondenheid met elkaar en met de Heer. Dat kan op elk moment van de dag, in wisselende samenstellingen op verschillende plaatsen. Het is een dynamisch geheel. Dat is ook wat ik terug zie bij de eerste gelovigen in Hand. 2 die elkaar dagelijks opzoeken, brood breken en alles gemeenschappelijk delen.
Als we het dus hebben over een tekst als Hebr.10:25 (verzuim de samenkomst niet) zou je het moeten lezen als ‘we moeten niet wegblijven van de verbondenheid met elkaar’ of ‘blijf met elkaar verbonden’. Dit gaat niet over de wekelijkse komst naar een kerkgebouw, maar de noodzaak verbonden te zijn met andere gelovigen, elkaar te ondersteunen, helpen, bemoedigen, opbouwen.
.
De kerk: Het huis van God
Enige tijd geleden vroeg ik aan mijn zoon van 6 wat zijn gedachten zijn bij het woordje ‘kerk’. Hij zei daarop direct ‘de kerk is het huis van God’. Dit is een idee wat je vaker tegenkomt en soms zelfs in de kerk hoort. Maar het is een pertinent verkeerd idee. De tent van samenkomst, en later de tempel, dat was inderdaad het huis van God. Maar na de uitstorting van de Heilige Geest, en door het geloof in Jezus, ben jij zelf het huis van God geworden (1Kor.6:19,20, Hebr.3:6 en in 1 Tim3:15 wordt het lichaam (de gelovigen samen) zo genoemd). God leeft in jou! Om God te ontmoeten, om bij Hem te zijn, Hem eer te brengen, hoef je niet naar een bepaalde plaats toe. Je mag dit doen op de plek en in de situatie waarin je je nu bevindt.
Maar, zou je kunnen zeggen, God is toch daar waar 2 of 3 in Zijn naam bij elkaar komen? In Matt.18:20 staat inderdaad deze belofte. Dit is een bevestiging van het belang om verbonden te zijn met mede gelovigen, met het lichaam. Om je geloof te delen en daadwerkelijk handen en voeten te geven. Dat betekent dat het krachtig is om samen met je vrouw en kinderen je te verbinden in Jezus. Dat je met vrienden en buren kunt delen, het brood kunt breken, ‘kerk’ kunt zijn.
.
De kerk: Een vereniging
Doordat we opgegroeid zijn met de kerk zijn we veel Bijbelteksten gaan lezen in het licht van de georganiseerde kerk. De kerk is daarmee een instituut geworden, een vereniging. Net als met elke andere vereniging kun je lid worden, je voor de vereniging inzetten en er een eigen rol in spelen. Maar is dit geen bekrompen idee van de kerk? De kerk; dat is toch het lichaam van Christus? Jezus aan het hoofd en alle gelovigen eronder in verbondenheid als Zijn lichaam? Dat is geen statisch, maar een organisch geheel. Geen hiërarchie maar een beeld van gelijkwaardigheid.
Als we nu eens de Bijbel in het licht gingen lezen van het lichaam van Christus, in plaats van ‘de plaatselijke kerk’, dan zouden we zien dat God zoveel groter is dan ons idee van de kerk.
.
De kerk: Ieder heeft zijn plaats
De Bijbel heeft heel wat te zeggen over het omgaan met elkaar. De mens is niet gemaakt om alleen te zijn. We mogen in verbondenheid onze God dienen. De Bijbelteksten die gaan over de verschillende rollen en gaven die je kunt hebben gaan over hoe we met elkaar het lichaam kunnen zijn. Als we op een zondagmorgen alles verwachten van een aanbiddingsband en een voorganger is dat eigenlijk een bevreemdende situatie. Op basis van 1Kor.12 zou je verwachten dat ieder wat te delen heeft. De een een profetie, de ander een getuigenis, een woord van bemoediging, genezing, wijsheid, kennis, bijzondere kracht. En ook zal de een een herder zijn, de ander een leraar en weer een ander iets anders.
De manier waarop we de kerk organiseren zorgt er echter voor dat we bepaalde mensen een rol geven, waardoor de grote meerderheid consument wordt. Dit kan toch niet de bedoeling zijn voor het lichaam van Christus waarin iedereen een functie heeft? We moeten stoppen met ‘pappen en nathouden’ en teruggaan naar de kern. We mogen van de melk af en aan het vaste voedsel. We hoeven het niet meer van een middelaar (zoals Mozes) te verwachten; we kunnen zonder de dominee of voorganger Jezus volgen. We hebben geen kerkelijke leidraad nodig om in de ‘rechte sporen’ te blijven. Nee, we mogen zelf de Herder volgen, samen met de andere schapen.
En ja, dat is een grote uitdaging. Want dat betekent verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid om zelf God te zoeken, om een relatie op te bouwen, Zijn stem te verstaan, je toe te wijden. Niet dat je dat alleen hoeft te doen, want je hebt een Helper. En je hebt elkaar. We hoeven elkaar niet los te laten, nee we mogen ons zelfs nog veel meer gaan verbinden. Diep, echt en oprecht. Niet op zondagmorgen om 10:00uur in het kerkgebouw, maar door elkaar op te zoeken. Zo vaak als je kan en wilt. Allereerst in je gezin. Daar start het ‘priesterschap’.
(Hier nog een aantal interessante videos: churchanarchist.com)
.
De kerk: Groter dan de plaatselijke gemeente
Als de kerk niet groter is dan de plaatselijke gemeente (of de gemeente waar je lid van bent), kun je tot wonderlijke taferelen komen. Ik heb een Quizzzz vraag bedacht die dit illustreert:
Stel: Je (hervormde) achterbuurvrouw maakt een persoonlijke ramp mee en heeft accuut €1000,- nodig. Zelf schenk je maandelijks geld (10%?) aan je eigen baptistengemeente een dorpje verderop. Wat zijn je gedachten:
- Dat is haar probleem
- Hopelijk heeft ze een vrijgevige familie
- Hopelijk helpt haar kerk haar, zoals wij dat in onze kerk doen
- Ik zou wel willen helpen, maar dan doe ik de behoeftigen in mijn gemeente te kort
- Misschien kan ze lid worden van onze kerk en kunnen we haar helpen
- Wacht even, zij en ik zijn kerk; ik ga haar helpen
Okay, ik geef toe, het is een beetje flauw. Maar geeft dit niet een klein beetje weer wat er in ons land en in onze eigen stad of dorp gebeurt? Ik kan nog vele andere vragen voor deze quizzz bedenken; over hoe we elkaar voorbij rijden, hoe we de tuin van een gemeentelid helpen opknappen maar onze buren links laten liggen, ga zo maar door. Is dat de ‘kerk’ of het ‘lichaam’ zoals Jezus ernaar kijkt? Is dat het oog die de voet helpt bij het lopen?
.
De kerk: Een goede plek voor mijn kinderen
Een van de redenen om in de kerk te blijven was het idee van de (christelijke) opvoeding. Je wilt je kinderen mee geven hoe belangrijk God in je leven is. Je wilt hen laten delen in de ‘gemeenschap’. Maar, eerlijk gezegd, is het niet zo dat ik uiteindelijk meer verkeerde ideeën en teleurstellingen moet verwerken door de kerk, dan dat zij voorkomen heeft? En ervaar ik nu echt gemeenschap met al die mensen? Ik heb vaker het idee dat er in woorden wordt uitgedrukt dat we meer moeten doen. En dat we oproepen tot echte ‘ontmoeting’ en relatieopbouw, om vervolgens even makkelijk ’tot volgende week’ te roepen.
Daarbij zit ook hier het consumentisme weer goed ingebakken. De eerste verantwoordelijkheid voor de geloofsopvoeding ligt binnen het gezin. Ik mag mijn kinderen laten zien wat het betekent om de levende God te kennen, om een vriend van Jezus te zijn. Ik mag hen laten kennismaken met Hem. Ik mag vertrouwen dat als ik het niet kan, Hij door mij heen wil werken.
.
De kerk: Dynamisch of statisch
Ik maak een onderscheid tussen de zichtbare, klassieke kerk (statisch) en ‘het lichaam van Christus’, wat altijd in beweging is (dynamisch).
De statische kerk is de kerk van het gebouw. Er zijn diensten op vastgestelde tijden en een vaste plek. Je kunt er lid van worden en er zijn kerkregels. Het werkt vaak met een liturgie en vaste liedbundels. Het gekke is dat deze kerk door de geschiedenis heen van betekenis is geweest, maar vaker nog zwarte bladzijden in de geschiedenis heeft geschreven. Deze kerk is bekend om haar gebouwen van status en omvang. Ze wil gezien worden en erkenning krijgen. Het heeft van oudsher een machtstatus en is vaak ook verbonden geweest met de politiek. Het heeft mensen in dienst en organiseert activiteiten. De ‘gewone’ kerkganger kan komen en gaan zonder gezien te worden. Het is een consument die komt om te ontvangen.
De dynamische kerk is de verbondenheid van gelovigen, dwars door tijd, denominaties en culturen heen. Het is een kerk van ontmoeting en kan altijd en overal plaatsvinden. Het heeft het fundament in Jezus alleen (1 Kor.2:2) en beschouwt de rest als ballast. Theologie is bijzaak. Jezus kennen is hoofdzaak. De ontmoeting zou op zondagmorgen kunnen plaatsvinden, maar dit is dan een ‘event’ en niet een vaststaand beeld van ‘de kerk’. Als leerling volg je een opleiding. Als leerling van Jezus ook. Dit is niet een algemene en brede opleiding (zoals een school), maar een persoonlijke en concrete vorming (zoals de discipelen met Jezus). De ‘kerkganger’ in de dynamische kerk is niet gekomen om te ontvangen, maar om uit te delen. Die wil zijn Meester volgen door te doen wat Hij deed.
.
De kerk: Een oase
Op dit punt aangekomen zou je er tegenin kunnen brengen dat de ‘kerk’ toch ook een plek is voor de verwonde en vermoeide mens. Een plek waar je tot geloof kunt komen. Op adem kunt komen. Je kunt laten voeden, onderwijzen. Een plek om hulp te vinden, en medereizigers.
Dat is ook waar en ga ik niet ontkennen. Dit artikel richt zich ook niet tegen de kerk, maar wil er dwars doorheen. De kerk heeft een functie waar ik zelf ook nog gebruik van maak. Bijvoorbeeld het samen God groot maken vind ik één van de fijnste dingen. Ik zal dat zeker zo nu en dan blijven doen. Alleen dat is ook precies het ‘probleem’. De weg die Jezus gaat is er namelijk een van afleggen. Het grote door het kleine. Altijd precies anders dan je verwacht had. Jezus richtte bijvoorbeeld geen grote politieke partij op, die misschien wel heel effectief had geweest om de armoede te bestrijden. Hij werd koning aan het kruis. God in een stal. Zijn volgelingen zijn niet de intelligentia van deze wereld, maar vissers.
Jezus oproep is niet zozeer om te strijden tegen onrecht. Om de barricaden op te gaan. Maar juist om een persoonlijke weg af te leggen in verbondenheid met Hem. Jezus’ weg is er één van onderaf en binnenuit. En dat veranderd het hart van de zaak. Het richt zich niet op de symptomen, maar op de kwaal.
Het beeld van de voedselbank is misschien een passende: We hebben voedselbanken omdat de onderkant van de samenleving onvoldoende middelen heeft om aan voldoende voedsel te komen. Dit is een groeiende groep mensen. Stel dat er nu iemand opstaat die zegt dat we van de voedselbanken moeten zien af te komen. Dan kun je daar tegenin brengen dat deze nodig zijn. Dat als je stopt er vele mensen zullen zijn die niet voldoende voedsel meer hebben. Dat het een belangrijke maatschappelijke functie heeft. Etc. Maar nu worden de voedselbanken inderdaad gesloten. Dan zal blijken dat een deel van de doelgroep het minder nodig had en het toch zelf blijkt te redden. Een ander deel zal de hulp nu gaan zoeken in de directe omgeving, bij vrienden en familie. En een deel zal het niet alleen redden. Het beste kan er wat gedaan worden aan deze laatste groep; niet zozeer het bezorgen van voedsel, maar het aanpakken van de armoede.
Als dit nu het beeld is van de kerk, is het dan niet zo dat we iets in stand houden wat niet nodig zou hoeven te zijn. En is het dan niet de juiste weg om de maatschappij van binnenuit te veranderen door de kwaal aan te pakken in plaats van het symptoom? Van Horsthuis hoorde ik eens het beeld van het zoutvaatje. Hij zei: ‘Wij zijn geroepen om het zout der aarde te zijn, maar in plaats van het voedsel te zouten, blijven we opéén geklonterd in het zoutvat zitten. Dat vaatje moet eens op zijn kop worden gehouden en flink worden geschud.’
.
De kerk en haar leer
De kerk heeft er over de jaren heel wat ‘heilige geschriften’ naast de Bijbel bijgekregen. Van de Dordtse leerregels en de Heidelbergse catechismus tot aan allerlei conventies en geschriften van kerkvaders. Dit is misschien niet zo gek omdat wat de christelijke leer is, nog niet zo duidelijk in de Bijbel staat. Natuurlijk, er staan hele belangrijke elementen in de Bijbel. En de kern is ook wel duidelijk. Het belangrijkste is misschien wel het leven en de woorden van Jezus en wat daarover is geschreven in de evangeliën. Maar wat nu de concrete leer is geweest die de apostelen hebben geleerd is nog helemaal niet zo duidelijk. Veel van de brieven bijvoorbeeld, zijn met name bijsturingen. Het is alsof je iemand hebt leren autorijden en die persoon ontmoet je na een jaar nog eens. Je rijdt mee en geeft nog een paar aanwijzingen, zoals; ‘kijk veel en lang in je achteruitkijkspiegel, je moet altijd weten wat er achter je gebeurt!’ Stel dat deze aanwijzingen alles is wat bewaard is gebleven voor een volgende persoon die autorijles krijgt, die krijgt dan hele bijzondere instructies. Hiervan ga je waarschijnlijk heel gevaarlijk autorijden wat juist ongelukken gaat veroorzaken.
Zo is het ook als je de Bijbel gaat lezen zonder de kern te begrijpen. Of als je alle aanwijzingen en correcties als op zichzelf staande en gezaghebbende elementen gaat zien. Dan krijg je een gevaarlijk en verwrongen evangelie. De kerk is niet bedoeld als een ‘school’ om alle instructies goed te kennen en alle gevaren te zien. De ‘kerk’ zijn ontmoetingen die gaan over Jezus en waarbij de ontmoeting met Hem op nummer 1 staat. Al het andere is bijzaak.
Soms lijkt het echter alsof in de ‘kerk’ onderwijs en bijsturingen op nummer 1 staan, en de relatie met Jezus er achteraan hobbelt. Dat werkt veroordeling in de hand. Dan gaat het over wat wel of niet moet, kerkregeltjes, of je er elke zondag bent, of je een rol hebt in de kerk, enzovoort. Is dat de kerk waarvan we verwachtten dat Jezus het zelf zou doen. Staat Hij daarvan aan het hoofd?
.
En nu?
Toen ik mijn ideeën over de kerk een tijdje geleden met een vriend besprak vroeg hij mij of ik nog lid was. Ik gaf aan inderdaad nog lid te zijn, omdat ik me niet zozeer wil afwenden van de kerk. Het is geen tegenbeweging. Het is er juist dwars doorheen en er overheen. Het is daarom ook niet zo dat ik ‘klaar ben’ met de kerk. Dat je mij nooit meer in een samenkomst of kerkgebouw zult zien. Nee, daar waar gelovigen oprecht samenkomen zul je mij ook kunnen vinden. Niet als commitment aan een vereniging of omdat het hoort. Ook niet omdat het nu eenmaal zondagmorgen is. Nee, maar omdat ik ervoor kies mede gelovigen te willen ontmoeten; allereerst in mijn gezin, dan in mijn omgeving en ook eroverheen. Soms in een grote groep, soms alleen. Op maandagavond, sabbat of zondag. Om te leren uit de Bijbel, om te horen van anderen, opgebouwd te worden of een vermaning te krijgen. Een lied mee te zingen of om zelf muziek te maken. In alle vrijheid, verbonden in Christus.
Deze vriend gaf daarop aan dat zolang ik echter lid zou blijven, mensen van mij verwachten dat ik actief mee doe met ‘de club’. Dat ik mee betaal aan de diensten en het gebouw, mee werk aan de crèche of muziek maak in de band. En dat is wat ik niet meer kan en wil. Ik wil niet meer investeren in gebouwen of samenkomsten. Vandaag heb ik mij dan ook laten uitschijven bij de kerkelijke gemeente waar ik deel van uit maak(te). Niet als statement, maar omdat ik mij hiertoe genoodzaakt voelde. Ik wil me nog steeds met hen verbinden als broer en zus in echte ontmoeting. Graag zelfs!
Want alhoewel ik geen lid meer van de kerk ben, ben ik wel onderdeel van dé Kerk: Het dynamische lichaam van Christus.