Steun ons | Klik hier
De hedendaagse kerkganger is consument in de kerk. De vraag waar het meestal dan ook om gaat is ‘past deze kerk wel bij mij?’ Heeft het dezelfde normen en waarden? Voelt het goed? Vind het dezelfde zaken belangrijk? Is de band goed? De spreker niet te saai?
De kerk moet zijn best doen om zichzelf te verkopen als meest flexibel, eigentijds, inspirerend, met goede kinderopvang, airco, ergonomisch verantwoorde stoelen, HD-beamer, leuke groep leeftijdsgenoten.. en ga zo maar door.
Iets wat ik me al vaak afgevraagd heb is de vraag hoe de kerk waarover ik lees in de Bijbel er vandaag de dag uit zou zien. Zou die in enig opzicht lijken op de kerk die ik ken, de gemeente waar ik zelf heen ga? Het omzien naar elkaar, alles verkopen voor het gemeenschappelijke doel, samenkomen om het over God te hebben, Jezus te volgen in al zijn facetten. Hoe zou Jezus zich thuis voelen in onze kerk?
De georganiseerde kerk (het bedrijf)
De beschrijving van de zoekende kerkganger sluit ook aan bij mijn eigen zoektocht. Ook ik heb ‘geshopt’ voor de meest geschikte kerk. Maar hoe sluit dit nu aan bij mijn visie op de kerk? Bij wat ik lees over hoe het volgen van Jezus er uit zou moeten zien en hoe het lijkt dat de eerste gemeenten functioneerden?
Ik denk persoonlijk dat er 2 elementen een rol spelen in de consumerende rol van de gemiddelde kerkganger. Het eerste is (1) het postmoderne denken van de hedendaagse christen wat erg beïnvloed is vanuit het humanisme: Het leven is maakbaar, ieder heeft zijn eigen waarheid, het gaat om zelfverwerkelijking in het leven en je moet laten groeien wat er in potentie al is. Ofwel, een ik-gericht denken wat in mijn opinie haaks staat op wat kerk-zijn zou moeten zijn: Gericht zijn op de ander en De Ander. Gemeenschap, kortgezegd.
Dit wordt naar mijn mening echter gestimuleerd door (2) de manier waarop wij de kerk organiseren. Wij leiden de kerk als een organisatie met een bedrijfsstructuur, een top- en middenmanagement, overig personeel, en ja, …dan krijg je ‘klanten’. Dit is denk ik niet slechts iets van evangelische kerken. Kijkend naar de traditionele kerken en de RK-kerk, dan zie ik daar hetzelfde gebeuren: De kerk is niet zozeer een ‘gezin’, het is een georganiseerd samenkomen. En alhoewel dat leuk en inspirerend kan zijn als ‘extra’, is het toch allerminst hoe het bedoeld is.
Vergeleken bij het Nieuwe Testament is de doorsnee plaatselijke kerk in het Westen (de kerk die op één plaats samenkomt) behoorlijk overgeorganiseerd. Het paradigma van het gezin of de familie staat veraf van de meeste westerse kerken. Ze hebben qua structuur meer weg van een vereniging of een organisatie binnen de zorg- of onderwijssector. (Drs. Gijs van den Brink)
De huidige kerk denkt en handeld naar het Amerikaans model van de kerk: Een kerk moet bestuurd worden, georganiseerd worden en moet ‘effectief’ zijn. Dit denken over de kerk wordt geillustreerd aan de hand van de volgende discussie waar ik laatst deel van uitmaakte:
(A= Een op bedrijven geïnspireerde visie in de kerk, B= Relatie als basis)
A: Excellentie is invloed. Denk aan Steve Jobs. Hij bouwde computers in zijn garage. Nu is hij de meest invloedrijke pionier in de wereld. Als wij dat zouden overhevelen naar onze levens, wat zou er dan gebeuren in het koninkrijk van God? B: Denk liever in ‘relaties’ dan in ‘invloed’.. zoals Jezus deed. Gods koninkrijk is precies omgedraaid vanuit een werelds perspectief. Je kunt niet ieder succesverhaal ombuigen naar een christelijk voorbeeld. Geld verdienen en mensen bezighouden met gadgets waren niet echt Jezus’ hobby’s 😉
A: Het gaat niet alleen om bedrijven. Het gaat over een pioniers-mentaliteit. Een mentaliteit wat verlangt om het zout van de wereld te zijn. Denk eens aan het verhaal van koning Salomo. Hij had invloed omdat alles in zijn koninkrijk excellent was. Zelfs de kleren van de dienaren. B: Hij had invloed vanwege zijn keuze voor wijsheid in plaats van voorspoed, daarvoor gaf God hem alles. Zo zie ik het vanuit mijn standpunt tenminste 😉 Een pioniers-mentaliteit is in ieder geval goed!
In een vorig artikel heb ik al beschreven hoe ik ervaren heb dat ik in de kerk juist leerde om de Bijbel niet zo letterlijk te nemen. Ik leerde dat het functioneren als ‘gezin’ georganiseerd kan worden en dat niet iedereen zijn gaven en talenten kan inzetten/ontwikkelen (mede omdat er nu eenmaal niet zoveel ‘functies’ beschikbaar zijn in een grote groep mensen). Dit terwijl ik persoonlijk denk dat het juist hierom gaat; samenkomen, doen wat Jezus van ons vraagt, echt zijn. Weg van hypocrisie. Hans Küng stelt met betrekking tot de vroege kerk vast: “In dit opzicht was het juiste leven (orthopraxie) in het concrete leven van alledag van de gemeente toch belangrijker dan de juiste leer (orthodoxie) – een hoofdoorzaak voor het onverwachte succes van het christendom.”¹
Waar asocieer jij de kerk mee? Een bijeenkomst op zondagmorgen? Bepaalde muziek? Een gevoel? Een set gedachten, waarden en normen? Sacramenten? Of met een (sub)groep mensen?
Hoe kan het dat ik zo druk ben met het organiseren van activiteiten en toch de kern regelmatig lijk te missen? (Martijn Vellekoop)
Naar mijn idee raakt de kerk de weg kwijt. Als ik bijvoorbeeld nadenk over het inzetten van gaven en talenten in de de kerk zie ik dat dit is voorbehouden aan een select gezelschap en eerder gericht is op talenten dan daadwerkelijk bovennatuurlijke gaven. Dit maakt het vaak verwarrend. Er zijn namelijk allerlei taken in een kerk die ook ‘gewoon’ moeten gebeuren en die volgens een ‘gaventest’ bij je zouden kunnen horen. Hoeveel mensen hebben bijvoorbeeld de ‘gave’ voor wc’s poetsen? Opvallend weinig opeens? Of is dat een diendende taak die nu eenmaal moet gebeuren, en dan maar door iemand die geen andere duidelijke gaven heeft? Of is het meer een taak om te ‘werken in het koninkrijk van God’ zonder daadwerkelijk iets aan de inhoud van je leven te wijzigen.. het lost zo lekker je schuldgevoel af. En de spreker, de oudsten of voorganger? Die hoeven dat natuurlijk niet te doen, die kunnen wat anders beter.2 Maar wat als ons denken veranderd? Als we zouden bedenken dat we moeten dienen, dat we de minste willen zijn, voeten moeten wassen… ja.. Jezus als voorbeeld hebben?
Wat als we zouden terug gaan tot de kern?
Al lang heb ik de overtuiging dat de kerk het beste zou functioneren als het zou bestaan uit huisgemeenten. Want gaat het niet in de eerste plaats om relatie, het uitwerken van de vrucht van de geest, (geestelijke) gaven en talenten, het uitreiken naar anderen? Niet op onszelf gericht (selfcentered), maar juist naar buiten gericht zijn (outreachend)?
Als we er zo over nadenken, worden dan niet veel meer zaken uit de bijbel een stuk logischer? Is het bijvoorbeeld in een kleiner gezelschap niet veel natuurlijker als iemand wat meer het voortouw op zich neemt, er iemand is waarbij je je wat vertrouwder voelt met gevoelige zaken, iemand die wel ‘even’ gitaar wil spelen om de zang te begeleiden, iemand met ideeen over een buurtbarbeque, iemand die wil bidden voor genezing, iemand die een getuigenis wil delen, iemand die zijn huis ter beschikking stelt, iemand die wel op de kinderen let, iemand die zijn auto deelt, iemand die …. tsja in een huisgemeente lijkt iedereen wel aan bod te kunnen komen.
Als je na gaat denken over leiderschap op deze manier, kom je ook tot de conclusie dat dit heel ‘natuurlijk’ gaat. Degene die het meest tot voorbeeld is, die de leden kan leiden en wijzen op de juiste weg, dat is degene die vanzelfsprekend leider is.
Op de vraag waarom Paulus in zijn vroegere brieven niet veel meer uitlegt wat een ‘leider’ is, moeten we dan ook geen theologische of geestelijke reden zoeken, maar een sociologische. De rol van de leider als gezinshoofd of familiehoofd was niet onbelangrijk, maar vanzelfsprekend; die rol behoefde geen uitleg. Zolang de gemeente bestond uit één huiskerk, bepaalde het huisgezin de leiderschapsstructuur. De gastheer van de familie was tevens de leider van de gemeente. Dit kon ook een vrouw zijn, zo bv. Nymfa (Kol.4:15), en mogelijk ook Lydia (Hand.16:14) en Phoebe (Rom.16:1v). (Drs. Gijs van den Brink)
Wat als we zouden geloven wat we vaak zeggen: Dat iedereen gaven en talenten heeft die de Heer kan gebruiken en inzetten. Laten we dan realistisch zijn, die kun je niet allemaal inzetten in een gemeente met meer dan 30 leden.3 4 Oke, zeggen we dan, wij lossen het op door ons op te delen in kringen. Kleinere groepjes van mensen die dichter bij elkaar wonen en op elkaar betrokken zijn. En daarnaast komen we samen op de zondag met z’n allen.
Alhoewel ik denk dat dit oprecht is, klopt het vaak niet. Als de kringen daadwerkelijk het belangrijkste zijn, als daar het onderwijs primair plaatsvindt, en het pastoraat, waar gemeenschap is, waarom komen die dan minder samen dan 1 keer per week? Waarom is het vaak niet meer dan een veredelde bijbelstudie? Waarom wordt dit dan aangestuurd vanuit het grotere geheel. Wat zou het gaaf zijn te ontdekken dat we dit inderdaad het belangrijkste vinden. Dat we de ‘kringen’ op de eerste plaats zetten. Dat we vanuit hier leiderschap ontwikkelen, sprekers zich vormen, gaven ontwikkelen, evangelisatie natuurlijk is, mensen uitreiken naar de ander.
Als dit meer is als een af en toe samenkomen omdat het nu eenmaal moet, maar een verlangen naar gemeenschap met mensen die net als jou Jezus willen volgen. Een plek waar je terecht kunt met je vragen, problemen, successen, getuigenissen, verdriet. Een plek waar je iedereen wel mee naar toe zou willen nemen omdat het ‘echt’ is. Omdat het aanstekelijk is. Een plek die opvalt in een samenleving die ‘ik-gericht’ is.
En stel je voor dat als de kringen deze plek zouden hebben (en dus eigenlijk huisgemeenten zijn) dan is het misschien ook wel eens leuk om in een groter geheel samen te komen. Elke zondag huisgemeente en af en toe eens op een woensdagavond gezamelijk kerk? Of 3 keer huisgemeente op zondag, 1 keer groter geheel? Of wordt het dan te serieus? Verliezen we de ‘controle’? En als dat zo is.. was het dan niet al heel lang tijd om eens de controle te gaan verliezen om ons over te geven aan het werk van de Geest?
Voor Mij zijn jullie geen dienstknechten meer: een knecht heeft geen begrip van wat zijn meester doet. Vrienden noem Ik jullie, omdat Ik alles wat Ik van de Vader heb vernomen, aan jullie heb meegedeeld. – Johannes 15:15
Weg met de kerk?
En nu weg met de kerk? Nee, dat geloof ik niet. Zoals ik eens iemand hoorde zeggen: ‘The church is a whore but she’s my mother.’5 Of met andere woorden: Ook al gaat er veel mis in de kerk, het is ook de plek waar ik vandaan kom, waar ik tot geloof ben gekomen, waar een geschiedenis bestaat van bijbeluitleg, vertaling, etcetera.
Ik geloof echter wel in een radicaal andere manier van kerk-zijn. En hoewel ik eerst sceptisch was, na het hervinden van mijn passie voor Jezus ontmoet ik er veel mensen die net als ik simpelweg Jezus willen volgen. Dat is heerlijk. Hoe ik persoonlijk geloof bovenstaande te kunnen uitwerken is door op de kring waar ik onderdeel van uitmaak dit te gaan uitvoeren. Dus te gaan investeren in de relaties. Uit te strekken naar bovennatuurlijke gaven. Inzet van talenten. Er voor elkaar zijn. Als we een inspirerend persoonlijk leven leiden door Jezus te volgen, als we een aanstekelijke gemeenschap vormen als kring, dan zullen we impact hebben in ons gezin, de straat, buurt en ja.. mogelijk zelfs in de kerk.
http://vimeo.com/30064109
Voetnoten
- H. Küng (2001). De katholieke kerk. Een geschiedenis. Pagina 52
- Wat flauw en wat een makkelijke prooi.. Ja, dat klopt. En nee, het gaat zeker niet voor iedereen op. Ik wilde echter graag twee punten duidelijk maken. Het eerste is dat er, naar mijn idee, te weinig onderscheidt wordt gemaakt tussen (natuurlijke) talenten en (bovennatuurlijke) gaven. Zelfs als deze elkaar versterken en beinvloeden zijn het nog niet dezelfde zaken! Het tweede punt is dat een implicatie hiervan is dat ik geloof dat iedereen geroepen is om te dienen. Het is niet zo dat alle taken in een dienst of in de kerk zijn voorbehouden aan bepaalde personen. Bijvoorbeeld; ik houdt niet van schoonmaken, maar x wel en die heeft die ‘gave’ dus laat hem/haar het maar doen. ik doe wel wat ik leuk vindt. Dat lijkt mij een verkeerde voorstelling van zaken. Wij allen zijn geroepen om Jezus te volgen en om dit met elkaar vorm te geven. Niet als organisatie, maar als gezin.
- 30 is een getal die ik ‘uit de lucht heb gegrepen’. Het is in ieder geval een aantal wat je niet meer in een gemiddelde huiskamer kwijt kunt. Het wordt een grootte waarop je moet gaan sturen / organiseren. Dat is denk ik min of meer een omslagpunt. Al kan dat wellicht ook bij 50 liggen. Het gaat om het statement, niet om een letterlijke richtlijn.
- Ik geloof in de geestelijke gaven als een ‘gereedschapskist’. God geeft daarvan wat je op een bepaald moment in een specifieke situatie nodig hebt. Het wordt een bediening als er een specifieke gave is die vaak ingezet wordt en die naar alle waarschijnlijkheid ook past bij je talenten (God maakt tenslotte gebruikt van het geheel van je (holistisch mensbeeld)). Echter, als de groep groter wordt is het minder ‘logisch’ dat er meerdere mensen putten uit die ‘gereedschapskist’ maar dat er georganiseerd wordt wie wat wanneer doet. Niet om dat af te schrijven! Maar om het punt te maken dat daardoor minder mensen uitgenodigd worden om afhankelijk van de Geest in de dienst te participeren.
- Tony Campolo adresseerd deze quote aan Augustine of Hippo
Gerelateerde links en documenten:
- Oudsten in het NT van Drs. Gijs van den Brink
- ‘Nederland veranderd en wat doet de kerk‘ is een interessant artikel van Martijn Vellekoop over de ‘emerging church’. Hij beschrijft hierin het postmoderne denken en de invloed ervan op de kerk. Het lezen waard, klik op de link om te downloaden.
Heel herkenbaar, dat shoppen naar eigen inzicht en het organisatorisch denken van kerken.
Dit artikel zet kritische noten bij de kerk als organisatie, zonder het aan te vallen. En dat is knap gedaan.
Het zet tot nadenken over de rol van de kerk in het huidige denken (post-christendom: zo zie ik het geloof en de kerk en jij mag het gerust anders zien).
Persoonlijke reactie:
– Als een gemeente (ontmoeting van christenen) langer bestaat en groeit, ontkom je niet aan organisatorische aspecten. Die moet je niet zien als belastende factor voor het ‘Jezus volgen’, maar juist als ondersteunende factor voor het volgen van Jezus. Zo zou het moeten werken tenminste. Maar zo werkt het vaak niet 🙂
– Regels en formaliteiten in een kerk hebben een verstarrend effect. Maar het voorkomt ook een hoop misbruik. Het hele verleden is vol van voorbeelden waar het mis ging in kleine groepen door het ontbreken van een beetje toezicht of kritiek: van voorgangers die wilden dat je al je bezittingen verkocht en daar zichzelf mee verrijkten tot sekte-achtige groeperingen waar seksueel misbruik of een zelfbenoemde messiassen in voorkwamen.
Aan de andere kant zie je dat in strak georganiseerde kerken (zoals RK) ook veel mis gaat/ging.
– Persoonlijk vind ik huiskringen snel benauwend. Je kent elkaar snel en kan je ook gaan ergeren. Denk aan een kleine camping waar je langer verblijft. Dan ben je blij als je na een week of 2 weg kan.
Ik vind de structuur van een zondagse gemeente waarin je een grotere groep in 1 keer met een opbouwende en samenbindende of missionaire boodschap kan versterken juist heel goed.
En dat je dan in kleinere kringen je persoonlijke zorgen en ervaringen kan delen en bijbelstudie oid kan doen.
Wel goed om die kringen dan af en toe weer te mixen anders krijg je ook navel-starerij.
Ha Henk, toffe reactie!
Ik denk dat veel mensen zich zullen herkennen in je reactie. Ik zal er op proberen te reageren vanuit mijn standpunt.
Punt 1) Dit probleem ontstaat alleen als de kerk groeit als een groot geheel. Als je het bekijkt vanuit de huiskamer dan is het tijd om te splitsen (er een tweede huiskamer bij te halen) zodra de 1e vol is. Zo krijg je gemeentegroei over het dorp / stad / regio in plaats van in aantallen op 1 lokatie waardoor de beschreven ‘problemen’ zich (weer) gaan voordoen.
2) Helemaal mee eens. Ik denk dat het er ook niet omgaat dat er geen toezicht zou mogen zijn. Wel dat iedere huisgemeente zelfstandig functioneert en waar iedereen een plek heeft. De ‘oudsten’ zijn dan degene die vanuit een natuurlijk leiderschap ook op een stad- of regioniveau weleens kunnen afspreken om te bespreken hoe het met de anderen gaat, een grotere bijeenkomst af te spreken en te bezien hoe het op stad- of regioniveau is verdeeld/geregeld. Ik denk dat het zo in de eerste gemeenten ging (zie artikel van Gijs van den Brink).
3) Ook dit punt is heel herkenbaar. Dat gevoel heb ik zelf ook wel eens (het benauwende). Ik denk alleen dat als je het anders gaat bekijken, je gevoel ook veranderd. Als het een ‘gezin’ is (waar je zelf ook elke dag mee te maken hebt) dat zul je ook wel eens irritaties hebben, de ander zat zijn, heel veel lol maken, lachen, lief en leed delen, etcetera. Dat hoort erbij. Dat maakt het ook echt. En dat is ook het verschil tussen de camping en een gezin. Verder ben ik het met je eens dat een groter geheel zeker opbouwend kan zijn en versterkend en inspirerend. Maar een wekelijks ‘event’ kan ‘gemeenschap’ niet vervangen. Het mixen van kringen is dan ook waar ik zelf erg op tegen bent. Als het gaat om de relatie en het opbouwen van vertrouwen, een huisgemeente zijn, dan maakt dit het juist kapot. Als het echter ‘slechts’ gaat om een bijbelstudieavond, dan begrijp ik het wel.
Het is overigens niet zo dat ik persee tegen grotere gemeenten ben, ik heb er alleen zelf een andere visie op. Ik denk vanuit het kleine naar het grote, en kan op die manier ook prima functioneren (denk ik). 😉
Hi Erwin,
Bijzonder om dit artikel te lezen, aangezien ik ook al een tijdje aan het stoeien ben met dit onderwerp. Ik zie de kerk als het Lichaam van Christus: we hebben elkaar nodig (=relatie) om (elke dag) te kunnen functioneren als eenheid en mensen te bereiken met het evangelie. Om aan die eenheid te werken is structuur en geestelijk voedsel noodzakelijk. En ik ben van mening dat dit samen kan gaan. In de bijbelboeken Timoteus,Titus en Handelingen staan beschreven hoe een gemeente behoort te functioneren. In de hedendaagse gemeenten nemen vaak dezelfde mensen het voortouw wat betreft het vervullen van taken. Het gevaar is dat die mensen op den duur gefrustreerd en gedemotiveerd raken. Met als gevolg dat er irritatie en teleurstelling is in medegelovigen (en de kerk zelf). Anderzijds voelen veel mensen zich niet bekwaam genoeg om een taak te vervullen of worden er dusdanige ‘eisen’ aangesteld dat dit niet mogelijk is. Dit zijn gevaarlijke gevolgen voor het functioneren van het Lichaam van Christus, want macht gaat dan hoogtij vieren. Zelf merk ik door mensen te benaderen om mee te helpen in een bepaalde taak of de taak te verdelen in deeltaken dat hierdoor mensen zich betrokken voelen in de gemeente (maken deel uit van de gemeente). Daarbij ontdekken ze of ze hun gaven/talenten kunnen gebruiken en/of deze ontwikkelen. Bovendien functioneert een gemeente dan als Lichaam (SAMEN i.p.v. dat bepaalde mensen/families het ‘boegbeeld’ zijn van de gemeente) en kan het de wereld intrekken om mensen te bereiken.
Hoi Sarah, te gek om te horen dat je hier ook mee bezig bent! Je noemt dat je denkt dat het een met het ander kan samengaan (structuur en relatie neem ik aan?). Nu ben ik het daar niet perse mee oneens. Alleen vanuit mijn visie zou dat moeten voortkomen vanuit de onderkant (kleine groepen). Om het in managementtaal te zeggen: ‘bottom-up’. Wat we nu vaak doen is ’top-down’, dus vanuit kaders/organisatie benoemen hoe het zou moeten.
Naar mijn idee kan een wekelijks ‘event’ nooit echte gemeenschap opleveren (wel gezamenlijke doelen, idealen en waarden & normen), laat staan vervangen.
In de genoemde bijbelboeken lijkt het ook zo te gaan dat het leiderschap en de structuur voortkomt uit huisgemeenten. De oudsten zijn dan de leiders van deze groepen die op groter niveau (stad- of regio niveau) ook zorgen voor het uitdragen van de boodschap. En zo gingen waarschijnlijk ook de rondzendbrieven door de huisgemeenten heen. De feitelijke gemeente waren echter wel georganiseerd in kleine groepen (zie artikel van drs. Gijs van den Brink).
Wat je bedoeld met de taken/deeltaken en de betrokkenheid bij de gemeente begrijp ik wel en ervaar ik zelf ook zo (door wat te betekenen ervaar ik zelf ook meer betrokkenheid). Alleen voor mij is dat gedacht vanuit ‘organisatie’. Het gevaar bestaat naar mijn idee dat je hierdoor namelijk teveel gericht raak op elkaar, de kerk, terwijl we voor mijn gevoel de betrokkenheid voor de buurt, onze buren, kwijtraken.
Ben je het ermee eens dat je in een grote groep nooit iedereen kunt kennen en dus niet op iedereen betrokken kunt zijn? Als dat zo is, hebben de kleinere groepen dus een belangrijke plek. En als die een belangrijke plek hebben, hoe belangrijk dan? Je zou misschien kunnen zeggen dat we niet zozeer moeten ‘organiseren’ maar ‘faciliteren’. Maar waarom zouden we niet het organisatiedenken kunnen loslaten? Je kunt niet zeggen ‘ik vind een gezin heel belangrijk’ en dan zeggen ‘inderdaad, laten we een taakgroepleider aanstellen die een gezin gaat organiseren’. Een gezin moet je zijn en wordt je door verbondenheid.
Ik moet denken aan het voorbeeld van Francis Chan over een ex-ganglid die tot geloof komt. de eerste paar weken komt hij regelmatig naar de kerk, maar naar verloop van tijd komt hij niet meer. Chan die voorganger is bij deze gemeente ziet hem op een gegeven moment weer eens en vraagt ernaar: ‘he! Tijdje niet gezien, gaat het goed met je?’ (of iets dergelijks) Waarop het ex-ganglid verteld dat het hem een beetje tegen viel. Bij de gang had hij het gevoel een warme familieband te hebben. Ze deelden lief en leed met elkaar, spraken elkaar een paar keer per week, deden barbecues, etc. Hij zegt: ‘Ik had het fout; ik dacht dat toen ik tot geloof kwam, het bij de kerk ook zo zou zijn. Ik wist echter niet dat het alleen op zondagmorgen en woensdagavond was..’. Waarop Chan zegt: ‘Nee, jij had het goed, wij hadden het fout.’
Dit is volgens mij de essentie: Zijn we een gezin of zijn we een organisatie. En het kan goed dat die gezinnen verbonden zijn en elkaar in een groter geheel ontmoeten (bijv. huiskringen en grotere bijeenkomsten die georganiseerd worden). Alleen volgens mij klopt het niet dat we de grotere bijeenkomsten voorrang geven op de ‘gezinnen’ en/of dat de ‘gezinnen’ worden ‘georganiseerd’ (en bijvoorbeeld tweejaarlijks van samenstelling wisselen).
Het is een risico om het zo te formuleren omdat het lijkt alsof ik de kerk hiermee af serveer. Dat is niet het geval. Ik geloof alleen dat we anders moeten gaan denken, onze visie moeten bijstellen. En dat begint bij mezelf, en mijn eigen gezin. En daarna (of tegelijkertijd) hopelijk in onze huiskring. En daardoor op de samenkomsten die dan door heel veel ‘verbonden’ mensen bezocht zullen worden. Waarin iedereen gezien en gekend wordt.
Ben benieuwd naar je reactie!
Ik bedoel inderdaad structuur en relatie. Meer vanuit de bottom-up ‘gemeente zijn’ ben ik het mee eens, maar in bepaalde mate is sturing wel nodig. Je kunt nooit nastreven om bij iedereen betrokken te zijn, want dan loop je jezelf voorbij. Met alle gevolgen vandien. Kringen en ontmoetingen zijn zeer belangrijk om te investeren in relaties/verbondenheid (breedte-werking). Daarbij spelen openheid/kwetsbaarheid en vertrouwen een belangrijke rol. Het valt me alleen op dat veel mensen die factoren moeilijk vinden, omdat ze het tegenovergestelde zijn van dat wat de wereld verwacht (nl. individualisme, prestatie, egoisme). Als men vraagt hoe het met iemand gaat, is vaak het standaard antwoord: het gaat goed (terwijl dat niet zo is). Het gevolg is dat die ander ook niet kan helpen. Bovendien kan die houding op den duur de relatie schaden (want is diegene dan nog geloofwaardig?).
En we zijn niet van de wereld, maar leven er in. Onze focus moet gericht zijn en blijven op Jezus. Zo kunnen we er ook voor elkaar zijn. En dat is zo nodig!
ErDude!
had graag een discussie met je aan willen gaan, maar ben het behoorlijk met je eens. Ben benieuwd naar de verdere invulling van kleine kerk cq gemeenschap zijn met meerdere samenkmeetingen per week. dan moet je ergens het plannen van je weekindeling ook loslaten en krijg je een soort van open huis, dan wel inloop huis. 🙂
Allright! Laten we het vorm gaan geven!
Ik moet door je reactie meteen aan deze tekst uit Markus 10 denken:
(28) Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om u te volgen!’ (29) Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, (30) zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. (31) Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’
Op die manier zul je inderdaad honderdvoudige aan huizen, akkers, broers, zussen ontvangen (en tegelijkertijd alles opgeven om Jezus te volgen.. wat maakt het Jezus woorden ineens zo begrijpelijk, logisch, praktisch..!)
Kijk, zo kan het ook: “We hielden de hipste diensten maar droegen weinig vrucht”
Discipelschap ligt niet aan nog meer preken luisteren?
“De preek is helemaal niet zo belangrijk, ontdekte ik in jongerenwerk. Een preek is het meest overschatte onderdeel van een kerkdienst. Het gaat erom wat er na een preek gebeurt, in gesprekken met mensen, in waar zij ervaren: hier moet ik iets mee. Het gaat erom dat mensen ervaren dat zij door God worden uitgedaagd en dat zij vervolgens elkaar stimuleren om die uitdaging vorm te geven in het dagelijks leven. Om die reden ben ik gestopt met preken, zoals mensen dat normaal van een voorganger gewend zijn.” Aan het woord is Ron Becker. Hij is bijna vijf jaar voorganger bij Crossroads Rotterdam, een kerk met een “hoog pioniersgehalte”. De kerk kent inmiddels geen wekelijkse kerkdiensten meer, zoals ze dat gewend waren. In plaats daarvan komen er groepen christenen wekelijks bij elkaar die deel uitmaken van een missional community.
Voorheen probeerde Crossroads Rotterdam zo aantrekkelijk mogelijke diensten te organiseren. Ron: “We waren een hippe kerk, met jonge mensen, goede muziek, gelikte preken. We trokken wel veel mensen aan. Maar dat waren vooral andere christenen. Er kwamen wel wat mensen tot geloof, maar dat waren er echt heel weinig. We hadden zelfs geen deelnemers voor de Alpha-cursus. De alarmbellen begonnen te rinkelen toen we erachter kwamen dat eigenlijk niemand daar problemen mee had, dat er geen niet-kerkelijke mensen tot geloof kwamen.”
Nog meer preken downloaden
Er werden uiteindelijk veranderingen in gang gezet. Al kwamen die niet zomaar uit de lucht vallen. De toenmalige manier van kerk zijn resoneerde voor het gevoel van Ron – en veel mensen in de kerk – namelijk al een tijdje niet meer. Al wilden andere mensen in de kerk er liever aan vasthouden. Ron: “We kwamen erachter dat discipelschap niet nog meer boeken lezen is, preken downloaden of nog een keer naar de kerk gaan. Discipelschap is nagaan: ‘Wat zegt Jezus tegen mij en wat ga ik er concreet mee doen? Wij zijn daarover gaan nadenken en nu tot een andere manier van kerk-zijn gekomen.”
“Het denkproces werd aangewakkerd toen iemand me vertelde dat ze de preken hoorde, de Bijbelteksten en appellerende uitspraken opschreef en er mee aan de slag ging. Het laatste wat zij kon gebruiken was een week later een nieuwe preek er overheen. Het kostte haar doorgaans zo’n 4 weken om alles een plek te geven. Dat gold eigenlijk voor meer mensen. Dat riep de vraag op: ‘Wat is onze impact? Moeten we wel doorgaan met de huidige vorm van kerk-zijn?” ?Ron gaat verder. “Als je iedere week een preek hoort, dan dringen de preken uiteindelijk niet echt tot je door. Het lukt je binnen een week niet om de vertaalslag van die preek te maken naar het dagelijks leven. Dat heeft namelijk tijd nodig, het is een proces. Christenen worden vaak overladen met theoretisch onderwijs. Er wordt vergeten dat een preek realiteit moet worden in je leven. Wanneer je alleen maar geestelijk gevoed wordt, zonder in actie te komen, dan ontwikkel je een geestelijke obesitas.”
Kerk ben je
Crossroads is vandaag de dag bezig een missionaire gemeenschap te worden, onderverdeeld in community’s rondom een missionaire gedachte. Zo kun je denken aan community’s, die zich specifiek richten op zorg voor armen, jongerenwerk of kunst. Mensen sluiten zich aan bij de community waar ze het meest enthousiast over zijn of richten er zelf een op. Iedere community is actief op zijn of haar terrein en zoekt elkaar wekelijks op om studies te houden rondom thema’s. Om de vier weken ontmoeten alle community’s elkaar gezamenlijk tijdens een gezamenlijke bijeenkomst. Daar bemoedigen en bidden ze met elkaar, wordt er gezongen en muziek gemaakt en horen ze van elkaars ervaringen.”
Het vormen van een community rondom een missionaire nood of passie is voor Becker de kern van waar zij als kerk naar toe wil. “We zijn gewend dat kerk-zijn betekent dat je naar de kerk gaat op zondag,” besluit hij. “Je gaat alleen niet naar de kerk, je bent de kerk. Wij geloven dat kerk-zijn betekent dat je het onderwijs van Jezus zoveel mogelijk in praktijk brengt. We willen mensen helpen om bij hun missionaire passie te komen. Iedereen heeft zo’n passie van God gekregen. Dat is iets waar iemand al lang van droomt om te gaan doen: zorgen voor de armen, optrekken met jongeren. Het is mooi om te zien wanneer die passie wordt omgezet in daden. Dat gebeurt wanneer mensen stappen gaan zetten in datgene wat God bij hen in gang heeft gezet. Zo kunnen we de wereld transformeren, om te beginnen in Rotterdam.”
Bron: http://www.cip.nl/artikel/32540/We-hielden-de-hipste-diensten-maar-droegen-weinig-vrucht
Parodie op de kerk via YouTube: http://www.youtube.com/watch?v=3RJBd8zE48A 🙂