De hedendaagse kerkganger is consument in de kerk. De vraag waar het meestal dan ook om gaat is ‘past deze kerk wel bij mij?’ Heeft het dezelfde normen en waarden? Voelt het goed? Vind het dezelfde zaken belangrijk? Is de band goed? De spreker niet te saai?
De kerk moet zijn best doen om zichzelf te verkopen als meest flexibel, eigentijds, inspirerend, met goede kinderopvang, airco, ergonomisch verantwoorde stoelen, HD-beamer, leuke groep leeftijdsgenoten.. en ga zo maar door.
Iets wat ik me al vaak afgevraagd heb is de vraag hoe de kerk waarover ik lees in de Bijbel er vandaag de dag uit zou zien. Zou die in enig opzicht lijken op de kerk die ik ken, de gemeente waar ik zelf heen ga? Het omzien naar elkaar, alles verkopen voor het gemeenschappelijke doel, samenkomen om het over God te hebben, Jezus te volgen in al zijn facetten. Hoe zou Jezus zich thuis voelen in onze kerk?
De georganiseerde kerk (het bedrijf)
De beschrijving van de zoekende kerkganger sluit ook aan bij mijn eigen zoektocht. Ook ik heb ‘geshopt’ voor de meest geschikte kerk. Maar hoe sluit dit nu aan bij mijn visie op de kerk? Bij wat ik lees over hoe het volgen van Jezus er uit zou moeten zien en hoe het lijkt dat de eerste gemeenten functioneerden?
Ik denk persoonlijk dat er 2 elementen een rol spelen in de consumerende rol van de gemiddelde kerkganger. Het eerste is (1) het postmoderne denken van de hedendaagse christen wat erg beïnvloed is vanuit het humanisme: Het leven is maakbaar, ieder heeft zijn eigen waarheid, het gaat om zelfverwerkelijking in het leven en je moet laten groeien wat er in potentie al is. Ofwel, een ik-gericht denken wat in mijn opinie haaks staat op wat kerk-zijn zou moeten zijn: Gericht zijn op de ander en De Ander. Gemeenschap, kortgezegd.
Dit wordt naar mijn mening echter gestimuleerd door (2) de manier waarop wij de kerk organiseren. Wij leiden de kerk als een organisatie met een bedrijfsstructuur, een top- en middenmanagement, overig personeel, en ja, …dan krijg je ‘klanten’. Dit is denk ik niet slechts iets van evangelische kerken. Kijkend naar de traditionele kerken en de RK-kerk, dan zie ik daar hetzelfde gebeuren: De kerk is niet zozeer een ‘gezin’, het is een georganiseerd samenkomen. En alhoewel dat leuk en inspirerend kan zijn als ‘extra’, is het toch allerminst hoe het bedoeld is.
Vergeleken bij het Nieuwe Testament is de doorsnee plaatselijke kerk in het Westen (de kerk die op één plaats samenkomt) behoorlijk overgeorganiseerd. Het paradigma van het gezin of de familie staat veraf van de meeste westerse kerken. Ze hebben qua structuur meer weg van een vereniging of een organisatie binnen de zorg- of onderwijssector. (Drs. Gijs van den Brink)
De huidige kerk denkt en handeld naar het Amerikaans model van de kerk: Een kerk moet bestuurd worden, georganiseerd worden en moet ‘effectief’ zijn. Dit denken over de kerk wordt geillustreerd aan de hand van de volgende discussie waar ik laatst deel van uitmaakte:
(A= Een op bedrijven geïnspireerde visie in de kerk, B= Relatie als basis)
A: Excellentie is invloed. Denk aan Steve Jobs. Hij bouwde computers in zijn garage. Nu is hij de meest invloedrijke pionier in de wereld. Als wij dat zouden overhevelen naar onze levens, wat zou er dan gebeuren in het koninkrijk van God? B: Denk liever in ‘relaties’ dan in ‘invloed’.. zoals Jezus deed. Gods koninkrijk is precies omgedraaid vanuit een werelds perspectief. Je kunt niet ieder succesverhaal ombuigen naar een christelijk voorbeeld. Geld verdienen en mensen bezighouden met gadgets waren niet echt Jezus’ hobby’s 😉
A: Het gaat niet alleen om bedrijven. Het gaat over een pioniers-mentaliteit. Een mentaliteit wat verlangt om het zout van de wereld te zijn. Denk eens aan het verhaal van koning Salomo. Hij had invloed omdat alles in zijn koninkrijk excellent was. Zelfs de kleren van de dienaren. B: Hij had invloed vanwege zijn keuze voor wijsheid in plaats van voorspoed, daarvoor gaf God hem alles. Zo zie ik het vanuit mijn standpunt tenminste 😉 Een pioniers-mentaliteit is in ieder geval goed!
In een vorig artikel heb ik al beschreven hoe ik ervaren heb dat ik in de kerk juist leerde om de Bijbel niet zo letterlijk te nemen. Ik leerde dat het functioneren als ‘gezin’ georganiseerd kan worden en dat niet iedereen zijn gaven en talenten kan inzetten/ontwikkelen (mede omdat er nu eenmaal niet zoveel ‘functies’ beschikbaar zijn in een grote groep mensen). Dit terwijl ik persoonlijk denk dat het juist hierom gaat; samenkomen, doen wat Jezus van ons vraagt, echt zijn. Weg van hypocrisie. Hans Küng stelt met betrekking tot de vroege kerk vast: “In dit opzicht was het juiste leven (orthopraxie) in het concrete leven van alledag van de gemeente toch belangrijker dan de juiste leer (orthodoxie) – een hoofdoorzaak voor het onverwachte succes van het christendom.”¹
Waar asocieer jij de kerk mee? Een bijeenkomst op zondagmorgen? Bepaalde muziek? Een gevoel? Een set gedachten, waarden en normen? Sacramenten? Of met een (sub)groep mensen?
Hoe kan het dat ik zo druk ben met het organiseren van activiteiten en toch de kern regelmatig lijk te missen? (Martijn Vellekoop)
Naar mijn idee raakt de kerk de weg kwijt. Als ik bijvoorbeeld nadenk over het inzetten van gaven en talenten in de de kerk zie ik dat dit is voorbehouden aan een select gezelschap en eerder gericht is op talenten dan daadwerkelijk bovennatuurlijke gaven. Dit maakt het vaak verwarrend. Er zijn namelijk allerlei taken in een kerk die ook ‘gewoon’ moeten gebeuren en die volgens een ‘gaventest’ bij je zouden kunnen horen. Hoeveel mensen hebben bijvoorbeeld de ‘gave’ voor wc’s poetsen? Opvallend weinig opeens? Of is dat een diendende taak die nu eenmaal moet gebeuren, en dan maar door iemand die geen andere duidelijke gaven heeft? Of is het meer een taak om te ‘werken in het koninkrijk van God’ zonder daadwerkelijk iets aan de inhoud van je leven te wijzigen.. het lost zo lekker je schuldgevoel af. En de spreker, de oudsten of voorganger? Die hoeven dat natuurlijk niet te doen, die kunnen wat anders beter.2 Maar wat als ons denken veranderd? Als we zouden bedenken dat we moeten dienen, dat we de minste willen zijn, voeten moeten wassen… ja.. Jezus als voorbeeld hebben?
Wat als we zouden terug gaan tot de kern?
Al lang heb ik de overtuiging dat de kerk het beste zou functioneren als het zou bestaan uit huisgemeenten. Want gaat het niet in de eerste plaats om relatie, het uitwerken van de vrucht van de geest, (geestelijke) gaven en talenten, het uitreiken naar anderen? Niet op onszelf gericht (selfcentered), maar juist naar buiten gericht zijn (outreachend)?
Als we er zo over nadenken, worden dan niet veel meer zaken uit de bijbel een stuk logischer? Is het bijvoorbeeld in een kleiner gezelschap niet veel natuurlijker als iemand wat meer het voortouw op zich neemt, er iemand is waarbij je je wat vertrouwder voelt met gevoelige zaken, iemand die wel ‘even’ gitaar wil spelen om de zang te begeleiden, iemand met ideeen over een buurtbarbeque, iemand die wil bidden voor genezing, iemand die een getuigenis wil delen, iemand die zijn huis ter beschikking stelt, iemand die wel op de kinderen let, iemand die zijn auto deelt, iemand die …. tsja in een huisgemeente lijkt iedereen wel aan bod te kunnen komen.
Als je na gaat denken over leiderschap op deze manier, kom je ook tot de conclusie dat dit heel ‘natuurlijk’ gaat. Degene die het meest tot voorbeeld is, die de leden kan leiden en wijzen op de juiste weg, dat is degene die vanzelfsprekend leider is.
Op de vraag waarom Paulus in zijn vroegere brieven niet veel meer uitlegt wat een ‘leider’ is, moeten we dan ook geen theologische of geestelijke reden zoeken, maar een sociologische. De rol van de leider als gezinshoofd of familiehoofd was niet onbelangrijk, maar vanzelfsprekend; die rol behoefde geen uitleg. Zolang de gemeente bestond uit één huiskerk, bepaalde het huisgezin de leiderschapsstructuur. De gastheer van de familie was tevens de leider van de gemeente. Dit kon ook een vrouw zijn, zo bv. Nymfa (Kol.4:15), en mogelijk ook Lydia (Hand.16:14) en Phoebe (Rom.16:1v). (Drs. Gijs van den Brink)
Wat als we zouden geloven wat we vaak zeggen: Dat iedereen gaven en talenten heeft die de Heer kan gebruiken en inzetten. Laten we dan realistisch zijn, die kun je niet allemaal inzetten in een gemeente met meer dan 30 leden.3 4 Oke, zeggen we dan, wij lossen het op door ons op te delen in kringen. Kleinere groepjes van mensen die dichter bij elkaar wonen en op elkaar betrokken zijn. En daarnaast komen we samen op de zondag met z’n allen.
Alhoewel ik denk dat dit oprecht is, klopt het vaak niet. Als de kringen daadwerkelijk het belangrijkste zijn, als daar het onderwijs primair plaatsvindt, en het pastoraat, waar gemeenschap is, waarom komen die dan minder samen dan 1 keer per week? Waarom is het vaak niet meer dan een veredelde bijbelstudie? Waarom wordt dit dan aangestuurd vanuit het grotere geheel. Wat zou het gaaf zijn te ontdekken dat we dit inderdaad het belangrijkste vinden. Dat we de ‘kringen’ op de eerste plaats zetten. Dat we vanuit hier leiderschap ontwikkelen, sprekers zich vormen, gaven ontwikkelen, evangelisatie natuurlijk is, mensen uitreiken naar de ander.
Als dit meer is als een af en toe samenkomen omdat het nu eenmaal moet, maar een verlangen naar gemeenschap met mensen die net als jou Jezus willen volgen. Een plek waar je terecht kunt met je vragen, problemen, successen, getuigenissen, verdriet. Een plek waar je iedereen wel mee naar toe zou willen nemen omdat het ‘echt’ is. Omdat het aanstekelijk is. Een plek die opvalt in een samenleving die ‘ik-gericht’ is.
En stel je voor dat als de kringen deze plek zouden hebben (en dus eigenlijk huisgemeenten zijn) dan is het misschien ook wel eens leuk om in een groter geheel samen te komen. Elke zondag huisgemeente en af en toe eens op een woensdagavond gezamelijk kerk? Of 3 keer huisgemeente op zondag, 1 keer groter geheel? Of wordt het dan te serieus? Verliezen we de ‘controle’? En als dat zo is.. was het dan niet al heel lang tijd om eens de controle te gaan verliezen om ons over te geven aan het werk van de Geest?
Voor Mij zijn jullie geen dienstknechten meer: een knecht heeft geen begrip van wat zijn meester doet. Vrienden noem Ik jullie, omdat Ik alles wat Ik van de Vader heb vernomen, aan jullie heb meegedeeld. – Johannes 15:15
Weg met de kerk?
En nu weg met de kerk? Nee, dat geloof ik niet. Zoals ik eens iemand hoorde zeggen: ‘The church is a whore but she’s my mother.’5 Of met andere woorden: Ook al gaat er veel mis in de kerk, het is ook de plek waar ik vandaan kom, waar ik tot geloof ben gekomen, waar een geschiedenis bestaat van bijbeluitleg, vertaling, etcetera.
Ik geloof echter wel in een radicaal andere manier van kerk-zijn. En hoewel ik eerst sceptisch was, na het hervinden van mijn passie voor Jezus ontmoet ik er veel mensen die net als ik simpelweg Jezus willen volgen. Dat is heerlijk. Hoe ik persoonlijk geloof bovenstaande te kunnen uitwerken is door op de kring waar ik onderdeel van uitmaak dit te gaan uitvoeren. Dus te gaan investeren in de relaties. Uit te strekken naar bovennatuurlijke gaven. Inzet van talenten. Er voor elkaar zijn. Als we een inspirerend persoonlijk leven leiden door Jezus te volgen, als we een aanstekelijke gemeenschap vormen als kring, dan zullen we impact hebben in ons gezin, de straat, buurt en ja.. mogelijk zelfs in de kerk.
Voetnoten
- H. Küng (2001). De katholieke kerk. Een geschiedenis. Pagina 52
- Wat flauw en wat een makkelijke prooi.. Ja, dat klopt. En nee, het gaat zeker niet voor iedereen op. Ik wilde echter graag twee punten duidelijk maken. Het eerste is dat er, naar mijn idee, te weinig onderscheidt wordt gemaakt tussen (natuurlijke) talenten en (bovennatuurlijke) gaven. Zelfs als deze elkaar versterken en beinvloeden zijn het nog niet dezelfde zaken! Het tweede punt is dat een implicatie hiervan is dat ik geloof dat iedereen geroepen is om te dienen. Het is niet zo dat alle taken in een dienst of in de kerk zijn voorbehouden aan bepaalde personen. Bijvoorbeeld; ik houdt niet van schoonmaken, maar x wel en die heeft die ‘gave’ dus laat hem/haar het maar doen. ik doe wel wat ik leuk vindt. Dat lijkt mij een verkeerde voorstelling van zaken. Wij allen zijn geroepen om Jezus te volgen en om dit met elkaar vorm te geven. Niet als organisatie, maar als gezin.
- 30 is een getal die ik ‘uit de lucht heb gegrepen’. Het is in ieder geval een aantal wat je niet meer in een gemiddelde huiskamer kwijt kunt. Het wordt een grootte waarop je moet gaan sturen / organiseren. Dat is denk ik min of meer een omslagpunt. Al kan dat wellicht ook bij 50 liggen. Het gaat om het statement, niet om een letterlijke richtlijn.
- Ik geloof in de geestelijke gaven als een ‘gereedschapskist’. God geeft daarvan wat je op een bepaald moment in een specifieke situatie nodig hebt. Het wordt een bediening als er een specifieke gave is die vaak ingezet wordt en die naar alle waarschijnlijkheid ook past bij je talenten (God maakt tenslotte gebruikt van het geheel van je (holistisch mensbeeld)). Echter, als de groep groter wordt is het minder ‘logisch’ dat er meerdere mensen putten uit die ‘gereedschapskist’ maar dat er georganiseerd wordt wie wat wanneer doet. Niet om dat af te schrijven! Maar om het punt te maken dat daardoor minder mensen uitgenodigd worden om afhankelijk van de Geest in de dienst te participeren.
- Tony Campolo adresseerd deze quote aan Augustine of Hippo
Gerelateerde links en documenten:
- Oudsten in het NT van Drs. Gijs van den Brink
- ‘Nederland veranderd en wat doet de kerk‘ is een interessant artikel van Martijn Vellekoop over de ‘emerging church’. Hij beschrijft hierin het postmoderne denken en de invloed ervan op de kerk. Het lezen waard, klik op de link om te downloaden.