Een gebed
Het hart weet wat het zeggen wil,
maar de woorden blijven steken.
Daar liggen ze,
op het puntje van mijn tong.
Ik kan ze ervaren,
(be)grijpen niet.
Ze ontglippen me,
het onuitsprekelijke,
ik slik het in.
Overspoeld door een verdriet,
van iets wat had kunnen zijn.
Mijn hart roept uit tot U.
Op mijn knieën – geen woorden – maar weer opstaan.
Leeg, leegte. Ja, een lege huls.
Dat is wat ik nu ben.
Alleen door U kan ik nog gevuld worden,
mijn God.
Mijn God.
‘Heer vul mij’,
dat zijn de woorden die ik vinden kan.
Vul mij met uw genade;
genade voor mijzelf,
voor hen van wie ik houdt.
‘Heer vul mij’, is wat in mij resoneert.