Steun ons | Klik hier
Een bijdrage van: Hans de Witte
Eigenlijk was ik niet eens zo’n traditionele christen. De ideeën en beelden die ik had bij het hoe en waarom van God en Jezus waren alleen wat algemeen, wat ongevormd. Alsof ik met een waarheid leefde die her en der wat blanco was. In mijn geval kunnen boeken dingen veranderen, maar het meest logische boek, de bijbel, was… tja, was wat te bekend om op dat moment veranderend te zijn.
Toen kocht ik een nieuwe bril, van Reinier Sonneveld. Geen echte bril natuurlijk, maar zijn boek “Het Goede Leven”, waardoor ik anders naar mijn geloof ging kijken. Het is een boek dat de waarheid van Jezus prikkelend neerzet. Dat aanspoort aan om er vol voor te gaan. Een boek dat het goede nieuws herstelt in zijn oorspronkelijke positie, namelijk die van goed nieuws. Later las ik ander werk van Sonneveld: “Jutten”, waarin hij nog meer dan in “Het Goede Leven” laat zien dat de “logica” van God altijd anders is dan hoe mensen dingen bedenken, vastleggen en uitvoeren. Het beeld wordt steeds gekanteld, Sonneveld noemt Jezus “de koning van de omkeringen”, die je Gods perspectief laat zien. Ik leerde om anders, frisser, naar het geloof en daarmee naar de werkelijkheid te kijken. Ik deed mijn nieuwe bril op, en die is nooit meer afgegaan. Sindsdien smul ik van boeken, artikelen en blogs die op een scherpe, speelse of grappige manier het goede nieuws belichten.
Maar die bril komt toch ergens vandaan? Schrijvers hebben inspiratiebronnen en Sonneveld noemt Chesterton als belangrijke inspirator. Dat las ik. En ik las door, want ik had nog nooit van hem gehoord. Chesterton was ook een inspiratie voor C.S. Lewis, las ik later. Mmmm, interessant. Maar ik kende hem nog steeds niet.
Uit onverwachte hoek komt een impuls om toch eens iets van deze Chesterton te lezen. Op aanraden van mijn vrouw lees ik “Op een blauwe dag geboren”, de biografie van Daniel Tammet. Dit is het verhaal van een autistische, zeer hoog intelligente man. In het slot van zijn boek staat dat hij gelooft, en dat hij dit niet in tegenspraak vindt met wetenschap. Hij benoemt Chesterton als voorbeeld. Ook die was erg intelligent, zo dicteerde hij bijvoorbeeld een artikel terwijl hij literatuuronderzoek voor een boek deed. Voor mij was het het laatste duwtje om Chesterton te gaan lezen, dus ik kocht “Orthodoxy”.
My first Chesterton. Ik had “Orthodoxy” zo uit. De schrijfstijl ademt Chestertons manier van doen: gemakkelijk, bijna los, maar doorspekt met diepzinnige, paradoxale en grappige waarheden. De beschrijvingen getuigen van een verregaand inzicht en dagen uit om als lezer ook het verstand te gebruiken, om de gepresenteerde logica te toetsen.
Ik had het boek uit en riep tegen iedereen dat elke zichzelf respecterende moderne christen iets van Chesterton zou moeten lezen. Eigenlijk vind ik dat nog steeds. Regelmatig kom ik tot de ontdekking dat ik ben blindgestaard op de waarheid, dat ik de relevantie er niet meer van zie, dat ik mijn eigen filters teveel ruimte heb gegeven. Dan heb ik het denken van Chesterton nodig, een frisse kijk. De waarheid is soms te logisch, het is soms te groot om te kunnen waarnemen. Chesterton hanteerde logica van een kinderlijke orde: niet kinds, maar open, met weinig vooronderstellingen. Ik hou er van. En wie zei dat ook alweer nog meer, dat je moet worden als een kind?
Disclaimer: deze bijdrage van Hans de Witte is met toestemming van de auteur geplaatst. Daarnaast is hij ook auteur en vertaler.