Een gastbijdrage van Tim
Veel ambtenaren krijgen vroeg of laat te maken met een fenomeen dat zich laat vatten onder de term ‘hogere overheid’. De term ‘hogere’ vat in deze de essentie goed samen: er is een hiërarchie aanwezig in het stelsel van overheden (in België toch wel ettelijke, bijna een zonnestelsel op zich) en jij zit niet vanboven. Ambtenaren van de lokale besturen weten waar ik het over heb: als laagste overheid kennen zij enkel maar hogere overheden.
Ik maak het vaak mee op overlegmomenten. Ambtenaren van hogere overheden schuiven graag aan bij extern overleg, want ze zijn er zo goed in. Hogere overheden hebben namelijk heel wat op te volgen (namelijk: het werk van de ambtenaren van lagere overheden). Dat opvolgen kan je tegenwoordig als de corebusiness van hogere overheden beschouwen. Durf geen werkgroep te organiseren zonder hen te betrekken, of je hebt enkele dagen later gegarandeerd een boze mail in je mailbox. Hier is zonder twijfel het communistisch adagium van toepassing: vertrouwen is goed, controle is beter. In hun terminologie heet dat het ‘uitwisselen van ideeën en kennis, het ‘versterken van het lokale netwerk’ en ‘aan capaciteitsopbouw’ doen. Het klinkt koloniaal, maar zet ze een tropenhelm op en je weet wat ik bedoel.
Op een studiedag over ruimtelijke planning en energie kwam een ambtenaar van de gewestelijke overheid de lokale besturen doodleuk vertellen dat hun diensten over de landschappelijke implicaties van de energietransitie al aardig wat denkwerk hadden verricht, maar dat ze toch vooral naar de lokale besturen keken om het voortouw te nemen om concrete acties op touw te zetten. De uitspraak gaf heel goed de houding weer van de hogere overheid: wij debatteren, het lokale niveau doet het vuile werk. Wie braaf is krijgt er een degressieve subsidie en een spreekbeurt op een conferentie bovenop.
Nog een leuke is het systematisch afschuiven van taken naar het lokale niveau. Dicht bij de burger schijnt immers altijd de zon en dansen de eekhoorns vrolijk van tak tot tak. Right… Een drogreden die aangeeft dat het falen van een beleidsniveau meteen een reden is om het eens op een ander niveau te proberen. Mensen en middelen schuiven helaas niet evenredig mee. Het takenbakje van heel wat ambtenaren uit lokale besturen raakt aardig vol. Ze hollen van overleg naar werkgroep en proberen al hun bordjes draaiende te houden. Gelukkig zijn er dan de ambtenaren van de hogere overheden die de boel komen opleuken met goedbedoeld advies over de taken die zij ooit uitvoerden maar in naam van de subsidiariteit hebben afgestoten naar het lokale niveau. Zelf zijn ze niet mee gereisd naar de lagere overheid: wie zal anders de advisering van lagere overheden over hun nieuwe taken op zich nemen?
Lijkt me wel leuk om Europees ambtenaar te zijn: als je omhoog kijkt, zie je enkel een stralende zon.