Steun ons | Klik hier
Ik las vanmorgen in de media met groeiende verbazing een artikeltje van Renate Tromp over ‘de onvermijdelijke Sinterklaas-twijfels‘. Hierin trof mij met name dat sociale wetenschap en filosofie onbedoeld door elkaar lopen (en hiervoor misbruikt wordt) en dat je met een omdraaiing van het argument tot een tegengestelde conclusie komt. Zo stelt Steven Pont in het artikel:
“Sterker nog, pedagogen zijn het erover eens dat ouders die zelf in een vroeg stadium vertellen dat Sinterklaas niet bestaat, hun kinderen een wijze les ontnemen. Namelijk dat dé waarheid niet bestaat.”
Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont
Blijkbaar zijn de geldende axioma’s binnen de sociale wetenschappen gebaseerd op een filosofie waarin de relativiteit van waarheid centraal staat. Het verwondert me dat pedagogen een filosofische inzicht delen als sociale waarheid, om vervolgens te stellen dat waarheid niet bestaat. Daarnaast is de relativiteit van waarheid binnen de filosofie nu net niet iets waar ‘filosofen het over eens zijn’. Zo schrijft wetenschapsfilosoof Maarten Boudry er over als denkfout.
Saillant detail is dat het gebruik van de zin ‘pedagogen zijn het erover eens dat‘ een bekende redeneringsfout bevat, omdat het een argument op basis van autoriteit wil maken. Dat zou natuurlijk kunnen, ware het niet dat pedagogen over het algemeen geen autoriteit zijn binnen de filosofie. Overigens betwijfel ik sterk of het merendeel van de pedagogen daadwerkelijk achter de filosofie van deze ‘wijze les’ staan, al zullen ze vermoedelijk niet in opstand komen tegen een wijze les op zichzelf.
“Aan de andere kant: we moeten onszelf ook niet voor de gek houden. We liegen constant tegen kinderen. ‘Doe je jas aan, anders vat je kou’, is er zo eentje.”
Ook het bovenstaande citaat van dhr. Pont deden mijn wenkbrauwen fronsen. Ik ben natuurlijk zelf geen ontwikkelingspsycholoog, dus met zoveel autoriteit kan ik niet spreken, maar uit mijn persoonlijke ervaring als ouder meen ik toch te kunnen bogen op enig gewicht in deze zaak. En die ervaring bestaat uit het simpele feit dat als ik de kinderen een jas aan wil laten doen tegen de kou, ik dat ook zo bedoel. En ik meen ook dat de meeste mensen denken dat verkouden worden te maken heeft met vocht en kou. Een viroloog zou wellicht beter kunnen weten en zijn kind beter voorlichten tijdens het aantrekken van de jas, het lijkt mij over het algemeen toch niet hetzelfde als de sociale constructie waarbij het wenselijk is tot waarheidsonthouding over te gaan betreffende Sinterklaas. Ik benoem dit expres zo, omdat er een maatschappelijke druk lijkt te liggen bij kinderen (en ouders) die ‘beter’ weten, dit vooral voor zichzelf te houden.
En ook hier als ‘side note’ een redeneerfout die leidt tot valse argumentatie: als we vaker bewuste leugens vertellen aan kinderen, maakt dit nóg een leugen niet meer aanvaardbaar. Het argument ‘iedereen doet het altijd zo’ is geen valide onderbouwing.
“En hoe hard de waarheid ook kan zijn voor het kind dat ontdekt dat Sinterklaas niet bestaat, er zit niemand op dertigjarige leeftijd bij de psychiater vanwege het grote Sinttrauma.”
Het lijkt mij niet in het minst de zorg van ouders dat er na het ontdekken van de waarheid achter Sinterklaas een jeugdtrauma zal ontstaan. Als theïst maak ik me echter wél zorgen over de schade in vertrouwen die een kind oploopt richting zijn ouders waarbij hij zich inderdaad cumulatief zal afvragen wat er dan allemaal nog meer niet waar is in de door zijn ouders voorgespiegeld wereldbeeld. Een omdraaiing van het argument luidt in dit geval dan ook: ‘ouders die hun kinderen voorliegen zullen hun kinderen tot bredere vertwijfeling brengen tot het punt waarop ze zich afvragen of waarheid zélf wel bestaat‘. Het lijkt me een sterke overdrijving, natuurlijk, maar beter op zijn plaats dan het in het artikel gestelde opvoedkundig advies.
Maar is kritisch denken dan zo erg? Nee, natuurlijk niet. Het is gezond en goed dat een kind de wereld gaat ontdekken en deze zelfs anders zal zien dan zijn opvoeders. Maar wel op basis van een gezond fundament. Bijvoorbeeld dat de wereld kenbaar is, dat er universele regels bestaan en door logisch redeneren conclusies getrokken kunnen worden. Ik citeer Albert Einstein toen hij iets zei als ‘het enige onverklaarbare aan het universum is dat het verklaarbaar is’. En dat je er op mag vertrouwen dat je ouders de wereld zo eerlijk mogelijk hebben voorgespiegeld op basis van de eigen ervaring, intellectuele uitdagingen en emoties.
Overigens kan ik daar wel steunen op wat anekdotisch materiaal als het gaat om mensen die hun geloof in God zijn kwijtgeraakt en de eerste twijfels en barsten hiervan zijn ontstaan na het kwijtraken van hun geloof in Sinterklaas. Of dit met al te ijverige ouders te maken heeft gehad weet ik niet, maar ik zie in mijn omgeving wel de nodige zorgelijke signalen op dit gebied. Zijn er nog pedagogen over die daar iets zinnigs over te zeggen hebben?
Ook zijn er vast mensen die dit lezen en het algehele afwijzen van het immateriële en de metafysica terecht vinden en toejuichen. Net zoals je het geloof in elfjes, engelen, heksen, de duivel, het vliegend-spaghetti monster en dus ook het geloof in God zal kwijtraken als je ouder wordt. Het verschil is natuurlijk dat het theïsme een reëel, intellectuele bevredigend en coherent wereldbeeld oplevert. Daarover ergens anders meer.
“Jonge kinderen leven in een magische wereld waar fantasie en werkelijkheid door elkaar lopen. De tandenfee die een tand verandert in een muntje, de vrolijke paashaas die eieren verstopt; kleine kinderen geloven vrijwel alles. Zo ook in Sinterklaas.”
Ik ben het roerend eens met de stelling dat kinderen een rijke fantasie hebben. En ben groot voorstander van kinderlijke verwondering en denk dat we kunnen leren van het enthousiasme, het spel en de belevingswereld van een kind. Maar daar hoeft geen onwaarheid aan te pas te komen. De wereld is in werkelijkheid al wonderlijk genoeg! Ik zag eens een filmpje van iemand die zich midden in een peuterklas omklede tot Sinterklaas. Waar het eerst ‘de vader van Jopie’ was, werd het werkelijk Sinterklaas. De kinderen keken hun ogen uit en konden helemaal meegenomen worden in het verhaal. Die kinderlijke verwondering en de lol ervan is ook onze eigen ervaring als ouders.
Als slot zou ik dan ook willen afronden met de stelling dat er heel prima Sinterklaas gevierd kan worden, zonder dat dit tot existentiële vragen hoeft te leiden. Gewoon door met elkaar te spelen en te verwonderen, waarbij het kind jou als ouder kan blijven vertrouwen. De betrouwbare ouder die kinderen helpt fantasie te beleven en tegelijkertijd een betrouwbare partner blijkt te zijn voor de zoektocht naar waarheid in een complexe en niet-eenduidige wereld. Boute stelling? ‘Filosofen zijn het erover eens dat…’ waarheid mogelijk toch bestaat en het verdedigen waard is.