Steun ons | Klik hier
Stel dat iemand alle christelijke symbolen, rituelen en mystiek zou wegnemen, alle beelden en gebouwen. Zou dan het christelijk geloof blijven bestaan? Ik ben overtuigd van wel. De kern van dit geloof gaat tenslotte niet om wat er zich aan de buitenzijde afspeelt, maar wat er van binnen leeft. Geen religie, maar relatie, zegt men wel.
Het lijkt mij hier echter om een valse tegenstelling te gaan: de tegenstelling tussen buiten- en binnenkant. Want het loskoppelen van deze twee is natuurlijk onmogelijk. Wat er aan de buitenzijde gebeurd, heeft tenslotte zijn effect op het innerlijk leven en vice versa. Om een relatie te onderhouden is het nodig herinnering te hebben van een gedeelde geschiedenis. En die geschiedenis moet elkaar daarom worden voorgehouden; om te herinneren wat je met elkaar hebt, te herinneren dat je herhaaldelijk voor elkaar gekozen hebt – in goede en in slechte dagen. Het is, kortom, van belang ter bevestiging en onderhoud van de relatie.
Denk bijvoorbeeld eens aan het sluiten van een huwelijk, met de ring, trouwboekje, trouwjurk. Denk aan het vieren van de trouwdatum na 12,5 jaar. Met dit beeld in het achterhoofd kunnen we beter begrijpen wat er bedoeld wordt met het credo ‘geen religie, maar relatie’. Iedereen begrijpt: trouwen (of: de trouwdag) is niet het huwelijk zelf. Het dragen van een ring niet de beoefening van trouw. Deze uiterlijke symbolen en rituelen zijn steeds weer een start en bevestiging van de gemaakte keuze. Het is een voortdurende herinnering aan eerder gemaakte beloftes.
Trouwen is niet het huwelijk zelf. Het dragen van een ring niet de beoefening van trouw.
Al de bijbehorende rituelen en symbolen zijn niet de basis van een huwelijk, dat is de belofte zelf samen met de keuze, het doorzettingsvermogen, de wil en boven alles de liefde voor elkaar. Werkelijke verbondenheid zit niet in deze uiterlijkheden, maar zit van binnen. Het zit in de geest en ziel van de mens. Maar zijn de rituelen hiermee nutteloos en overbodig geworden? Dat lijkt mij niet.
De angst – of misschien eerder aversie – voor symboliek en rituelen lijkt in het (protestants-evangelisch) hart gebrand, niet beseffend dat het in uitgeklede vorm toch altijd deel uitmaakt van het christenleven. Denk aan het traditionele kerkgebouw, een kruis op de wand, de kansel, de toog, de avondmaalsbeker, het doopritueel, bidden voor het eten. Zonder deze kan het christendom bestaan, maar het is ook nodig om vorm te geven aan de inhoud. En er is ook een behoefte aan. Ik kwam dit veelzeggende stukje uit een dichtregel van Henk Knol tegen in een artikel van het RD:
De kerken in de traditie van Calvijn zijn altijd sober geweest, soms tot op het bot.
Witkalk weerkaatst het scheppend woord, splinter en balk.
Wie hier wat voelen wil moest maar eens horen.
Het gekke is dat niemand het van ons heeft weggenomen, we hebben het vrijwillig afgestaan (en dat is natuurlijk een eufemisme). Betekent dat dan dat we er geen enkele waarde aan toekennen? Of hebben we hier met het badwater ook het kind weggegooid? De rituelen en symbolen moeten ten dienste staan van de relatie en mogen nooit in de weg gaan zitten. Het is een middel om tot het doel te komen.
Niemand heeft het van ons weggenomen, we hebben het vrijwillig afgestaan.
Zonder gebruik van symboliek en rituelen en beelden beperken we onszelf. En ik heb het niet alleen over deze dingen binnen een kerkgebouw, maar (ook) in het dagelijks leven. Muziek en kunst zijn altijd nauw verweven geweest met het christendom. Evenals filosofie en wetenschap. Waarom slechts beperken tot het gesproken woord. Behoren beelden en fantasie er niet bij? Veel beelden zijn ontstaan omdat gelovigen in de katholieke kerk van weleer niet konden lezen. Zij konden de Bijbelse verhalen en voorstellingen echter zien uitgebeeld in de glas-in-lood ramen, in de sculpturen, in de prachtige en bloemrijke verbeeldingen op het doek. Is dat niet van betekenis voor onze kinderen?
Het gaat ook om (mystieke) beleving. Waarom slechts beperken tot rationaliteit? Er is meer. We mogen het beleven, ervaren, voelen, doordenken. We mogen luisteren, maar ook spreken, dansen, zingen, muziek maken. We mogen ons uitten (of stil zijn) op alle mogelijke manieren. Het mysterie en de verwondering van het geloof heeft dit nodig.
Dat is de ene kant. De andere kant is dat er ook beelden en rituelen zijn, vol symboliek, die al voorhanden zijn, maar weinig gebruikt. Denk eens aan Bijbelse feestdagen, het lezen van de Bijbel, gebed. Dit kan ten diepste nooit voorwaardelijk zijn – een moeten – net zo min als het vieren van een verjaardag verplicht kan worden, maar mag voortkomen uit een verlangen te vieren, te herdenken wat moet komen of er al is. Zoals bij een huwelijk het vieren van de trouwdag nooit een voorwaarde kan zijn, maar er wel uit voort kan komen. Ook is het niet noodzakelijk voor een goed huwelijk, het kan wel bijdragen aan een goed huwelijk. Dat is wat mij betreft het perspectief en gebruik van alle symbolen, beelden en rituelen.
Symbolen en rituelen zijn net zo min noodzakelijk voor het geloofsleven, als het herdenken van een trouwdag noodzakelijk is voor een goed huwelijk, het kan wel bijdragen aan een goed huwelijk.
Mooi stuk. Beelden/afbeeldingen, muziek, stilte, gelijkenissen, het helpt mij enorm om de liefde van God te ervaren. Het doorslaan naar uitersten zie je helaas door de hele (kerk)geschiedenis heen.
Ik las gisteravond deze gedachte van Pascal en moest meteen aan deze blog denken:
“Het uiterlijke moet aan het innerlijke worden toegevoegd als men van God iets wil verkrijgen. Dat wil zeggen dat met moet knielen, met de lippen bidden, enz., opdat de trotse mens , die zich niet aan God heeft willen onderwerpen, nu aan de schepselen onderworpen zij. Van dit uiterlijke hulp verwachten is bijgelovig, het niet aan het innerlijk willen toevoegen is hoogmoedig.” – Blaise Pascal (148)
Witgekalkte muren en soberheid zijn natuurlijk óók symbolen – leven zonder symbolen of fysieke uitingsvormen is onmogelijk. Gebrek aan rituelen of rituelen systematisch verwerpen is óók een ritueel, iets waarderen of aanhangen of onderschrijven zonder ritueel is onmogelijk.
De eis aan jezelf of je eigen visie van volstrekte oorspronkelijkhid of individualiteit is puberaal en naïef. Traditie erkennen als een rijke bron van ervaring is volwassen.
Mee eens Charles, al denk ik dat ook oorspronkelijkheid en individualiteit hun plek in de traditie hebben. 😉 Bedankt voor je reactie.