Sterven aan jezelf – een typisch christelijk thema wat in eerste instantie wil zeggen dat je niet voor jezelf leeft maar voor een hoger levensdoel – is leven voor een ander. Dit is niet zomaar te begrijpen, tenzij vanuit dit hogere doel. Freud schreef eens: ‘Als ik een ander lief heb, moet deze het op de een of andere manier verdienen… en hij verdient het, als hij in belangrijke opzichten zo op mij lijkt dat ik in hem mezelf kan liefhebben.‘10 Dat is de liefde uit jezelf, voor jezelf.
Niet dat dit kan zonder ook van jezelf te houden, uit een leeg vat valt tenslotte niets te halen. ‘Houd van de ander, zoals van jezelf’, zo zei Jezus. Maar dat was het tweede gebod; het eerste: Houd van God met alles wat in je is.11 En dat is nu juist de bron van de liefde. Menselijke liefde is gericht op het object van zijn liefde, waar goddelijke liefde onvoorwaardelijk is. Rabbi Twerski zegt het zo: mensen houden vaak van elkaar zoals ze van vis houden. Je vangt het, kookt het en eet het op. En zegt dan ‘ik houd van vis!’. Maar je houd niet van vis; je houd van jezelf, en hoe deze vis voor jou smaakt en je maag vult. Zo is onze liefde vaak ‘visliefde’ (zie de video: Rabbi Twerski over liefde).
Met andere woorden: werkelijke liefde is leven voor een ander. Is sterven aan jezelf. Vrijheid is een keuze te maken zei ik eerder, en er is de keuze voor het hogere boven het lagere. Nu voeg ik daaraan toe dat het ook beter is een keuze te maken. Het is tenslotte beter in vrijheid te leven.
In de openbaringen van Johannes staat dat ook God liever een geloof heeft dat koud of heet is, zolang het maar niet lauw is.12 Het is beter in vrijheid te kiezen voor iets wat hoger is dan jezelf. Het is beter te leven in teken van de liefde, het is beter te leven in liefde die jezelf ontstijgt. Het is beter te leven in liefde voor de ander, dan voor jezelf. Het is beter te leven in teken van goddelijke onvoorwaardelijke liefde, dan in liefde voor het object (wat feitelijk zelfliefde is).
In sterven blijkt leven te zitten.
Onnodig te zeggen dat natuurlijk niet alleen christenen zouden kunnen leven voor een ander. Er zijn voorbeelden te over van niet- of anders gelovigen die hebben geleefd – en zijn gestorven – voor een ander. Het is niet aan christenen voorbehouden een hogere moraal te kennen en de wens hebben deze na te streven. Deze is in de mens gelegd. Het is wel nodig te zeggen dat er van christenen verwacht mag worden deze na te streven, want zij kennen genade. Helaas niet altijd op een manier dat ze er ook van kunnen uitdelen.
Simone Weil geeft als voorbeeld van de genade het krachtige beeld van zwaartekracht en zonlicht. Ze schrijft: ‘Er is een analogie tussen de mechanische verhoudingen die de orde uitmaken in de waarneembare wereld en de goddelijke waarheden. De zwaartekracht die op aarde de bewegingen van de materie volledig beheerst, is het beeld van de vleselijke gehechtheden die de tendensen van onze ziel beheerst. De enige kracht die de zwaartekracht vermag te overwinnen is de energie van de zon. Het is deze energie die neerdaalt op de planten en die toelaat dat deze van beneden naar boven groeien. De zon is het beeld van de genade die neerdaalt in de duisternis van onze slechte zielen en die de enige energiebron uitmaakt die tegenwicht kan vormen tegen de morele zwaartekracht, tegen de tendensen van het kwaad.’13
Wat trekt je van God af, wat hield Adam achter de struik? Of: welke krachten trekken je naar beneden, wat belet het zonlicht?
De keuze. De keuze voor Jezus is met hem te sterven en weer op te staan in nieuwe kracht. Lichtkracht. Een deugdvol leven leiden is iets voor ieder mens, maar het ‘zout van de aarde zijn’ is veel meer dan dat. Het zout zijn, het licht in de duisternis, een stad op een berg, een priesterlijk koningschap, dat gaat over het hogere. De keuze voor Jezus is een keuze voor de weg naar binnen. Niet de eigen (Oosterse) zoektocht naar het innerlijke zelf, maar Gods zoektocht naar jou. Het is Zijn weg naar binnen.
- Dit blog is onderdeel van een korte reeks: Te kiezen hebben
Eindnoten
10. Citaat van Freud afkomstig van het volgende blog: Liefde als Agapè
11. Mattheus 22 : 37
12. Openbaringen 3 v.a. vers 14
13. S. Weil, Pensées sur l’amour de Dieu, p.16