Een richtlijn waarvan ik zou willen dat elke overheidswerker die zou omarmen – en van daaruit al zijn werk zou organiseren – is het ondersteunen van het ’thuis en gelukkig zijn’. ‘Thuis en gelukkig zijn is het doel van al het menselijk streven‘, zei Johnson. Daaraan moet ik denken als ik die eindeloze stroom vluchtelingen zie op televisie.
De vraag in de maatschappij lijkt te zijn ‘helpen of niet helpen?‘. Dat is tenminste een mening welke ik veelvuldig her en der teruglees en hoor. Volgens recent onderzoek zouden Nederlanders negatiever tegenover vluchtelingen staan – zo kopte menig krant – maar bij nader inzien blijkt dat toch allemaal wel mee te vallen. Het lijkt mij dat het nooit daadwerkelijk de vraag kan zijn of we al dan niet zouden moeten helpen. Ten diepste zal de vraag toch altijd moeten zijn hoe te helpen.
Het hoogste doel
Er lijkt soms een zeker nationalistisch gevoel de ondertoon te voeren welke wil houden wat we hebben, en waar mogelijk uitbreiden. Het is het idee recht te hebben op geluk. Consumeren en dit zo lang mogelijk blijven doen en laten toenemen lijkt daarbij het hoogste doel te zijn. En het middel om dit te beschermen is door de groep gelukkigen zo klein mogelijk te houden. Want delen betekend allemaal wat minder, en dat is moeilijk te verteren als het hoogste doel is te houden wat je hebt. Geluk is in dit geval met name materieel geluk.
Het denken in ‘kleine kring’ door met name naar binnen te kijken en niet naar buiten, is naar mijn idee wat vervreemdend. Niets staat op zichzelf, alles is verbonden. Het is toch niet zo dat mijn kind meer waard is te blijven leven of gezond te zijn dan die van jou? Voor mij voelt dat anders natuurlijk, maar dat is geen objectieve norm. En dat is precies waar de overheid, ook in de vluchtelingenkwestie, een rol moet spelen. Maar ook als medemens mogen we dat perspectief blijven zien.
Een groter perspectief
Is een Bosschenaar geen Brabander? Een Brabander geen Nederlander? Een Nederlander geen Europeaan? En een Europeaan geen wereldburger? We hebben de Nederlandse overheid dan wel op kleine schaal georganiseerd, maar dat is met name vanuit praktisch oogpunt: het kunnen individualiseren en aan kunnen sluiten op lokale behoeften. Een gewenst fietspad aanleggen is beter te begrijpen en te overzien vanuit gemeentelijk perspectief, dan vanuit regionaal of landelijk niveau. Het op kleinere schaal georganiseerd zijn wil niet zeggen dat we er lokaal naar streven het beter te hebben dan de naastgelegen regio. Het streven is niet dat Amsterdammers het beter hebben dan Rotterdammers, maar dat zowel Amsterdammers als Rotterdammers een goed leven kunnen leiden. Dáárvoor is de overheid.
“Zolang we niet verder kijken dan natuurlijke waarden, moeten we zeggen dat de zon nergens zo graag over schijnt als over een huisgezin dat lachend aan tafel zit, of twee vrienden die bij een pot bier met elkaar zitten te praten, of iemand die in afzondering een boek zit te lezen dat hem boeit; en dat alle economie, politiek, wetgeving, legers en staatsinstellingen die niet dit soort toestanden doen voorduren en toenemen niet anders zijn dan water naar de zee dragen, een betekenisloze ijdelheid en kwelling des geestes. Collectieve bezigheden zijn uiteraard nodig; maar ziehier het doel waartoe ze nodig zijn.” – C.S. Lewis
Wereldburgers
Zo zijn we allemaal wereldburgers en kan het gewenste resultaat toch nooit zijn het beter te hebben dan andere regio’s? Het doel is niet om dat kleine stukje aarde waarop we staan te verdedigen, maar met elkaar de aarde te beheren en voor elkaar te zorgen. Het met hand en tand verdedigen van wat we ‘bezitten’ is reactionair en protectionistisch; ingegeven door angst. Er zijn vast evolutionair psychologen onder ons die dit een ‘natuurlijke reactie’ zullen vinden, mijn antwoord zou zijn dat dit precies is wat de mens van de natuur onderscheidt: het vermogen boven het natuurlijke, de dierlijke reactie uit te stijgen, en de natuur te beheersen met de geest. Het zorgen voor onze medemens, mede wereldburgers, is de enige juiste en humane reactie die er zou moeten zijn.
Lachend aan tafel
Als het waar is dat we ten diepste allemaal – ieder mens – streven naar het ‘als gezin lachend aan tafel zitten’, dan is het ontvluchten van huis en haard tegennatuurlijk. Het gaat in tegen ons diepste streven. Het zoeken naar fortuin – de economische vluchteling – is iets van alle tijden. Kijk naar de Nederlander: die is letterlijk over de hele wereld neergestreken op zoek naar geluk en fortuin. Maar dit betreft slechts een relatief kleine groep mensen, het is niet wat de meeste mensen vanuit hun eigen omgeving zal doen laten wegrukken – laat staan vrijwillig vertrekken. Indien een grote groep mensen alles wat ze hebben en kennen verlaten moet er sprake zijn van grote economische en/of politieke nood. En dat is precies de definitie van de vluchteling volgens van Dale: Vluchteling – iemand die op de vlucht gaat of is: politieke, economische vluchteling iemand die zijn of haar land om politieke, economische redenen ontvlucht.
Een migrant
Het woord vluchteling van een andere lading voorzien is een oude retorische truc, en het werkt steeds weer. ‘De stroom mensen die ons land binnen komen zijn eigenlijk geen vluchtelingen, nee het zijn migranten’ – zo zegt men dan. ‘Het zijn eigenlijk profiteurs die onze rijkdom willen komen opsnoepen’, zo zeggen deze semantisch gewelddadigen – de woordverkrachters die elk woord met enige betekenis die ingaat tegen de eigen politieke en economische inspanningen van hun waarde proberen te beroven.
“Neem een actueel woord als ‘vluchteling’. Dat woord heeft opeens een veel bredere strekking gekregen, ‘vluchteling’ is nu synoniem met ‘migrant’. Zo’n woord is, toepasselijk, op drift geraakt. Zo gaat dat. Een woord heeft betekenis, raakt op drift, bezinkt.” – Den Boon, hoofdredacteur Van Dale
Welgesteld
Hoorden we eerst bij de rijkste 10 landen van de wereld, nu zijn we gestegen tot de ultieme top en behoren we tot éen van de vijf rijkste landen ter wereld. Net als de rijke jongeling die aangesproken werd door Jezus op zijn rijkdom, lopen wij weg. Alles opgeven voor de ander (Jezus) lukt al niet, laat staan een ander (onze medemens). Niet omdat we niets willen geven, maar omdat we niets willen kwijtraken. Wonen we dan liever in een land van welgestelde consumenten dan een land vol compassie? Ik denk van niet. Ik denk dat velen de beelden nauwelijks kunnen verdragen. De aantallen zijn niet te bevatten. Het leed te groot. Het is de overweldigende hoeveelheid. De kosten zouden in 2015 oplopen tot 1 miljard euro voor de opvang van vluchtelingen in Nederland. Dat is een heleboel geld. Maar zetten we dat af tegen de huidige bevolking in Nederland, welke ca. 17 miljoen mensen telt, gaat het om een bedrag van €590,- per persoon. Laten we gemakshalve zeggen dat de helft hiervan zou kunnen meebetalen, dan gaat het om een bedrag van ca. €1000,- per persoon. Dat is €85,- per maand. Ik zeg niet dat het niets is, het zet wel een en ander in perspectief. Daarnaast hoeft dit geld niet individueel opgebracht te worden, het is tenslotte al gereserveerd door de overheid. Het punt is dat we het kunnen opbrengen, ook al kost het ons iets. De verhouding tot het leed ten opzichte van onze welvaart is enorm.
(Nog) een mening
Ik heb al vele ongenuanceerde berichten gelezen over het al dan niet opnemen van vluchtelingen. Hier volgt de mijne:
Laten we alsjeblieft niet beginnen over de ouderen waar we zo mee begaan zeggen te zijn. We maken ons meer druk over hoe de zorg georganiseerd is – en wat ons deze kost – dan over daadwerkelijk welzijn: tenslotte zeggen ouderen zich (meer dan ooit) eenzaam te voelen. We hebben geen zin om ons als vrijwilliger in te zetten, of om als familielid – zoons en dochters – langs te gaan, laat staan zelf zorg te leveren. Dat dit uitbesteden van zorgtaken onbetaalbaar geworden is lijkt me dan ook nauwelijks een argument met betrekking tot hoe de vluchtelingenproblematiek aan te pakken. Daarnaast is het simpelweg een op zichzelf staand vraagstuk. Het is niet óf de ouderen óf de vluchtelingen; deze vraagstukken zijn er beiden.
Van de ruim 2,9 miljoen 65-plussers voelen bijna 900.000 mensen zich eenzaam.
De politieke en economische werkelijkheid probeer ik niet te ontduiken. Die is er wel degelijk. Dat er nagedacht moet worden over terugkeer van de vluchteling op termijn, extra opvang en inzet bij Europese grenzen, opvang in de regio, tijdelijke opvanglocaties, integratie en nog veel meer, lijkt me duidelijk en verstandig. Dat is een vraagstuk waar de (hopelijk) intelligentia van Nederland zich in Den Haag over mag en moet buigen.
Conclusie
Laat ik tenslotte over de kern van wat ik wil zeggen kort en krachtig zijn: als mens hebben we de morele verplichting de medemens in nood te helpen, volgelingen van Jezus voorop. Het veilige ‘behouden wat we hebben’ past niet bij de uitdagende levensvisie van Jezus. Het vraagstuk is niet of we helpen en ook niet hoeveel hulp ingezet kan worden, maar hoe we er maximaal voor onze medemens kunnen zijn. Daar is een mooie taak voor de overheid weggelegd en het mag mij, als burger en medemens, wat kosten. Zelfs als het opvang bij ons in het dorp betreft, en misschien zelfs een verminderde ‘koopkracht’. Als je me zoekt: ik ben voor die tijd nog snel even wat spullen kopen.