Men zegt wel eens dat God niet erg efficiënt is (geweest) bij het creëren van het universum, de wereld en mens. ‘Geweest’ tussen haakjes, want Hij is nog scheppend. In het duizelingwekkend grote uitspansel is de aarde slecht een zandkorreltje. Niet het epicentrum, maar nauwelijks zichtbaar wegstopt. Sommigen menen dan ook dat God, ‘als hij bestaat’, niet erg efficiënt is geweest. En dat klopt. Een efficiënte God zou met zo min mogelijk middelen het beoogde doel kunnen realiseren. Het is het godsbeeld van ‘de doelmatige manager’ of misschien ‘de werktuigbouwkundige’. Maar anders dan een manager of engineer heeft God onbeperkte middelen en tijd tot zijn beschikking.
Het is zoiets als het jargon van de dwazen, die praten over ‘efficiëntie’ zonder enige kritische beschouwing van het begrip ‘effect’.¹
Maar kan het zijn dat God niet efficiënt wil zijn? Dat hij pure vreugde vindt in het creëren zelf? Dat hij geen manager is, maar een kunstenaar! Niet efficiënt, maar toch effectief – Hij komt tot zijn doel in blijdschap en enthousiasme, in uitbundige scheppingsdrang creëert hij de wereld. Het doet me denken aan die andere heerlijke quote van Chesterton:
Het is mogelijk dat God elke ochtend ‘Nog een keer’ zegt tegen de zon en elke avond ‘Nog een keer’ tegen de maan. Het is misschien niet een automatische noodzaak dat madeliefjes op elkaar lijken. Het kan zijn dat God ze afzonderlijk maakt, maar nooit moe wordt om ze te maken. Het kan zijn dat Hij de eeuwige gretigheid heeft van een kind, want wij hebben gezondigd en zijn oud geworden en onze Vader is jonger dan wij.
God hoeft niet zuinig te zijn, zijn inefficiëntie is geen verspilling. En toch komt het alles – tot in de kleinste details uitgewerkt – tot zijn doel.² En God zag dat het goed was.³
Eindnoten:
1 – G.K. Chesterton, Waar het om gaat
2 – Finetuning van het universum, zie bijvoorbeeld dit artikel van Emanuel Rutten
2 – Genesis 1