Gastschrijver: Henk de Jong
Ooit heb ik geleerd om gebeden te eindigen met “…maar Uw wil geschiedde”, of “…om Jezus’ wil, amen”. Dit klinkt natuurlijk heel devoot en vroom, maar het heeft bij mij altijd vragen opgeroepen.
Het doet me denken aan de periode waarin ik een halfjaar in Gaza was om een project op te zetten voor mijn studie. Ik werkte veel met moslims en wanneer er afspraken gemaakt werden, eindigde dit meestal in de uitspraak “Insjallah” (alleen als God het wil). Alleen als God er mee eens is, kan het werkelijk door gaan.
Dit geeft een beeld van God waar je totaal afhankelijk van bent, die niet beïnvloedbaar is en zijn plannen niet wijzigt. Op die manier geloven, kan geen kracht geven. Het overkomt je als het ware. Als je dit verder zou doortrekken in je leven, maakt het keuzes heel gemakkelijk: je hoeft niet te vechten voor je huwelijk, niet te investeren in studie, etc. Het geschiedt toch wel zoals God het wil.
Ook als christen kan het je een heel vrome houding geven: “Ik verroer me geen vin, tot God het me laat zien dat het zijn volmaakte wil is”. Passief en zonder zelf invloed uit te kunnen oefenen. Een beetje zoals Job waarvan in de bijbel te lezen is dat alles van hem afgepakt is en hij geplaagd wordt door een vreselijke ziekte, maar toch uitroept: “De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen. De naam van de Here zij geloofd”.
Ik heb moeite met het idee dat “alles al bekend is en vast staat”, zowel het verleden als de toekomst. Dat maakt mij voor mijn gevoel een robot, er is enkel éénrichtingsverkeer en ik heb geen invloed om de situatie te veranderen. En als ik daar al toe in staat ben, dan was het al bekend… Ook al geen motiverende gedachte. Het brengt me bij een kwestie waar veel christenen mee worstelen:
De alwetende, standvastige God die nakomt wat hij beloofd versus de geschapen mens met een vrije wil. Hoe kan dit samen gaan? Kan ik door bijvoorbeeld gebed Gods plannen veranderen? Heeft mijn gebed kracht en invloed?
In de bijbel zijn diverse situaties te vinden waar mensen tegen de beslissing van God durven in te gaan, en ook een aantal gevallen waarbij God zijn plan wijzigt. In het geval van Mozes in Exodus 32:7-14 is te lezen dat God helemaal klaar is met zijn onhandelbare en afvallige volk nadat ze een gouden kalf gebouwd hebben om te aanbidden. Hij vertelt Mozes het hele volk te zullen vernietigen. Mozes daarentegen accepteert Gods plan om het volk te vernietigen niet en durft God te bevragen. Wat heel mooi is om te lezen is dat de band tussen Mozes en God door deze gebeurtenis groeit: “En de Here sprak voortaan tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met een vriend” (Exodus 33:11).
Ik heb vaak de neiging te denken dat dit uitzonderlijke gevallen zijn, en dit alleen voor komt bij bijzondere, uitgekozen mensen van God. In Jakobus 5: 13-18 wordt Elia echter beschreven als “een mens zoals jij en ik, en nadat hij vurig had gebeden dat het niet zou regenen, is er drie-en-een-half jaar lang geen regen gevallen op het land. Toen bad hij opnieuw, en de hemel gaf regen, en het land bracht zijn vrucht weer voort.” Elia was een normale gast, zoals jij of ik, had ook zijn twijfels en was in eerste instantie bang om de meest wrede en zondige koning toe te spreken die Israël heeft voortgebracht.
Terugkomend op het afsluiten van een gebed met “Uw wil geschiedde”; ik kwam een voorbeeld tegen van een juf die huiswerk op geeft. Ga je in dat geval om de 5 minuten aan de juf vragen: “Is het werkelijk de bedoeling dat ik vandaag mijn huiswerk maak?”. Wanneer je de juf goed kent en weet wat haar principes en bedoelingen zijn, dan is het niet nodig om dit telkens te vragen. Haar uiteindelijke bedoeling is om jou te laten leren en groeien door kennis en ervaring.
De vraag die dan opborrelt is: Hoe leer ik nu Gods bedoelingen en principes kennen? Over het algemeen openbaart God zich niet door een indrukwekkende reeks aan grootse bergtop-ervaringen, maar door zijn voortdurende dagelijkse aanwezigheid in de gewone en buitengewone gebeurtenissen in ons leven. Er zijn een aantal kenmerken die een basis zijn om een duidelijker beeld te krijgen van Gods bedoelingen:
- Gods wil leren we geleidelijk kennen, niet van het één op het andere moment. Het is een groeiproces waarin we mogen leren met vallen en opstaan
- De Heilige Geest geeft onderscheidingsvermogen, als een gids in zaken die moeilijk te onderscheiden zijn
- Redding van mensen is een prioriteit van God en staat centraal
- Liefde is de drijfveer
Wat ik hier vooral uit leer is dat ik vrijmoedig mag leven en het lef mag hebben om God durven te bevragen. Vaak vullen we al teveel in hoe we denken dat God te te werk zal gaan. Maar God is origineel en creatief, hij wil niet dat we een ritueel maken van wat we gisteren meegemaakt hebben. God vind het mooi om dingen op een unieke manier te doen, dat zie je alleen al op hoe iedere christen op een eigen manier tot geloof komt.
Dit is soms moeilijk te accepteren, omdat we bang zijn dat God niet altijd doet wat wij willen op een manier die wij graag willen. Wij vragen echter teveel naar onze eigen verwachtingen. Als we alles konden voorspellen wat God zou doen, zouden we ons bed niet meer uit hoeven komen. God heeft echter iedere dag verrassingen voor ons klaar staan en dat zou genoeg moeten zijn om ons iedere ochtend wakker te krijgen met een nieuwsgierigheid en verwondering naar wat deze dag zal brengen. Waar gaat God me heen leiden? Wat zal ik doen? Voor wie zal ik bidden? En hoe zou God antwoorden?
Als we alleen dingen vragen die God in het verleden gedaan heeft of waarvan we het ons zouden kunnen voorstellen, beperken we God met een menselijke maat. Maar wat lees ik in 1 Korinthe 2:9: “Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.” Dat geeft ruimte en lucht voor creativiteit en denken boven menselijke normen waarbij we de toekomst in onze eigen hand willen hebben. Mijn gebed eindigt nu met:
“… maar Heer, ik ben maar een man, U hebt vast een veel mooier plan!”