De vraag of iets wel of niet mag binnen het christendom lijkt mij zo’n beetje de meest oninteressante vraag die er is. Het is niet dat het totaal irrelevant is, maar het zet ons op het verkeerde been. Mag je als christen bijvoorbeeld vloeken, scheiden, porno kijken of aborteren? Niet interessant. Mag je muziek en films onbetaald downloaden, op zondag uitslapen, of een leugentje om bestwil doen? Niet interessant. En voor alle links georiënteerde broeders (waar ik mezelf over het algemeen ook onder schaar): mag je 12 kinderen krijgen, homo’s haten, plofkippen eten, stelen en op de PVV stemmen? Niet interessant.
Het is niet interessant omdat het op geen enkele wijze de kern, het hart van het christendom raakt. Het christendom gaat niet over zondemanagement en de vrucht van de Geest gaat niet over gedragsverandering, maar is een bijwerking. Handelingen en gedachten zijn een gevolg, geen oorzaak. Een bijwerking of gevolg van wat? Van daadwerkelijke verandering van het hart, van je karakter, van je zijn. Niet omdat het moet of niet anders kan, maar omdat je bent gaan leven in een nieuw koninkrijk. En dat in directe vriendschap met de koning van het koninkrijk.
Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Je ogen zijn de lamp van je lichaam. Als je manier van kijken goed is, zal je hele lichaam verlicht zijn. Maar als je manier van kijken slecht is, is je hele lichaam donker. – Mat.6:22
‘Mag het?’ is dan ook een echt religieuze systeemvraag: we hebben dit systeem, dit theologisch kader, en de vraag is of ‘het’ binnen dit systeem past. Alles binnen dit systeem is oké, alles erbuiten niet oké. Precies zo’n vraag wordt ook eens aan Jezus gesteld als men vraagt of je mag scheiden (Mat.19:8). Jezus antwoord hierop niet met een simpel ‘ja’ of ‘nee’, maar zegt dat het (onder de wet) is toegestaan vanwege de hardheid van de mens. Niet de handeling, maar de houding is waar Jezus zich op richt. Richt je daarom niet op het uiterlijke, maar het innerlijke.
De geconditioneerde stimulus (aangeleerd gedrag) zal altijd onderhouden moeten worden, anders zal hij verdwijnen. De ongeconditioneerde stimulus (interne motivatie) zal altijd blijven. – Frans Verstraten
Als ik zeg dat het niet gaat om de vraag ‘mag dit of dat’, wil dat niet zeggen dat het niets uitmaakt. Het wil zeggen dat het er niet toe doet in het licht van een vriendschap met Jezus. En in dat leven met Jezus zul je veranderen. Van binnenuit naar buiten, niet andersom. Als Jezus onze meester is, zijn wij zijn leerlingen. Dan zullen wij kijken en luisteren en gaan begrijpen wat er werkelijk toe doet in zijn koninkrijk.
Geef het Koninkrijk van God en het doen van Gods wil de eerste plaats in jullie leven. Dan zal Hij jullie al deze dingen geven. – Mat.6:33
Leven we in een betekenisvolle relatie met Hem, in een nieuw leven dat ‘van boven’ komt? – Dallas Willard
Een tijdje geleden schreef ik een sprookje als allegorie om dit leven binnen het koninkrijk weer te geven. En om te laten zien dat we ons zo makkelijk laten beïnvloeden door waarden, ideeën en hartstochten van andere koninkrijken. We willen graag een mix, een voor ons ideale combinatie. Zolang we maar leven zoals we denken dat het hoort of passend lijkt, kunnen we onze gang gaan. Zodoende meten we zo graag. Want meten is weten.
Maar dat is het hem nu net. Jezus vraagt ons niet om alles ‘precies pas’ af te meten. Hij wil simpelweg alles. Je hele leven. Hij vergelijkt het met een man die zijn postzegelverzameling verkoopt om die ene uiterst zeldzame en kostbare postzegel te bemachtigen. Of met een man die een vergeten schuurtje ontdekt met een verstofte, enig geproduceerde Ferarri er in, zodat hij alles verkoopt om dat schuurtje met inhoud te kunnen bemachtigen. Dat klinkt niet flauw toch?
Je kan nooit twee heren dienen. Want je zal altijd meer van de één dan van de ander houden. Je kan niet God dienen, én Mammon. – Mat. 6 : 22-24
Verbazingwekkend is het dan ook als christenen zich te buiten gaan aan het oordelen van anderen. Of anderzijds, dat de norm niet voort komt uit het leven in het koninkrijk, uit de omgang met Jezus. Het komt voort uit een dubbelhartigheid, uit een mixen van verschillende koninkrijken en het zich verontschuldigen door dingen te zeggen als: ‘anderen doen het ook’, ‘het is niet strafbaar’, ‘ik heb het altijd zo gedaan’.
Het is ontluisterend te beseffen hoe snel de mens bereid is tot het affirmeren van het immorele om niet buiten de heersende orde te vallen. – Emanuel Rutten
Het kwaad is gemakkelijk, er bestaat een oneindige verscheidenheid van, het goede is vrijwel enig. – Blaise Pascal
Dit moet niet moralistisch bezien worden; mag het wel of mag het niet. Het gaat om de persoonlijke relatie met Jezus. Te leven in het Koninkrijk, onder de heerschappij van Christus zelf, dat is levensveranderend. Geloven gaat niet om een plaatsje in een toekomstig hemels paradijs, dat is bijkomend meegenomen, maar om de realiteit van God in het hier en nu. Gods wil te doen, rechtvaardig leven, is leven in die realiteit waarbij zonde niet tussen jou en God in staat. De focus is dan ook niet een zondeloos leven maar een rechtvaardig leven.
Het hoeft niet meer te gaan over de norm (wet), zelfs niet over de waarde (dat wat wij belangrijk vinden), maar over wie wij zijn. En uit dat zijn vloeit identiteit naar karakter, karakter zet aan tot handelen. Het handelen versterkt ons karakter, daarmee onze identiteit, waardoor wij meer zicht krijgen op wie wij zijn. Het versterkt elkaar. Wij mogen daarom stoppen met te proberen ons gedrag te veranderen, of ons karakter aan te scherpen. Dat komt vanzelf. We mogen ons richten op de meester en simpelweg gaan leven in zijn koninkrijk. Het koninkrijk is de vruchtbare grond waarin wij staan, de meester is het die ons bewaterd. Vrucht vloeit daar als vanzelf uit voort.
Waar Jezus koning is, daar is zijn koninkrijk.