Ik heb wel eens gehoord dat werk als vloek ten gevolge van de zondeval wordt gezien. Zo zie ik het niet. In Genesis 3 is er wel sprake van een vloek waarbij ‘in het zweet des aanschijns’ moet worden gewerkt om in de primaire levensbehoefte te kunnen voorzien. Maar dat zweten gaat mijns inziens niet alleen over hard werken, maar over tegenslag. Een onbewerkbare aarde, te weinig regen, insectenplaag, onkruid. Je werkt tot je een ons weegt en voor wat? Een schrale oogst. Dàt is een vloek.
Maar in de tuin voor de zondeval werd Adam al aan het werk gesteld. Hij droeg zorg voor de tuin, kende plant en dier en gaf ze namen. Het hebben van taken en verantwoordelijkheden is een zegen. In een Praxis-reclame hoorde ik eens ‘wij zijn gemaakt om te maken’. En ik dacht meteen volmondig ‘ja!’. Wij zijn niet gemaakt om te wachten tot het weekend wordt, of vakantie, om dan werkelijk te kunnen leven.
Wij zijn gemaakt naar Gods beeld. Dat wil zeggen; creatief, avontuurlijk, verantwoordelijk, daadkrachtig, zegenend. En met een opdracht; draag zorg voor de aarde en de medemens.
Wij zijn gemaakt om te repareren, te onderhouden, te creëren. Met opstandingskracht nieuw leven blazen in wat dood leek.
Vandaag begint mijn zomervakantie; ik mag ons huis gaan verven. Yes! 😉