Steun ons | Klik hier
Tweemaal deze week kwam het uit verschillende hoek langs: ‘Werk is de beste zorg’.
Florijn, oud-wethouder van gemeente Rotterdam, zou dit credo als een van de eersten hebben geuit. Ik kan mij er niet in vinden en er lijken onderhuids een aantal maatschappelijke tendensen te spelen die een dergelijke uitspraak doen ontlokken. Namelijk:
- De economische waarde van een mens gelijk te stellen aan de intrinsieke waarde van een mens
De beste zorg is dan iemand zijn of haar economische waarde (terug) te geven, voorbijgaand aan de waarde die een mens al heeft (maar niet kent?). Is dat werkelijk de beste zorg? Wat waarschijnlijk bedoeld wordt is dat werk zingevend kan zijn. Maar dat is de omgedraaide wereld: De beste zorg is dan zingeving, waarvan werk een onderdeel kan uitmaken. Ook met werk kan het leven als zinloos ervaren worden. Dat brengt mij op het volgende punt;
- Werk met de daarmee samenhangende inkomsten en prestige als representatie van een zinvol leven
Een zinvol leven is een leven met voldoende geld en sociale status. Werk geeft een doel, inkomsten middelen. Met dit doel en deze middelen kan van een lage sociale status naar een hogere opgeklommen worden. En dat geeft het leven – in hedendaagse opvatting – zin (vanuit maatschappelijke identiteit). Het past binnen de ‘participatiesamenleving’ en de nadruk ‘zelfredzaamheid’. Het legt het onpersoonlijke en individualistische karakter van onze cultuur bloot. Wat de vervolgvraag oproept van wat men in dit kader – ‘Werk is de beste zorg’ – nu eigenlijk bedoeld met zorg.
- Zorg geherdefinieerd
Normaliter verstaat met onder ‘zorg’ een ongerustheid voor iemands psychische of fysieke welzijn, en daarmee samenhangende activiteiten ter verbetering. Maar nu lijkt men te bedoelen een ‘versneld op eigen benen kunnen staan’. Het is de politieke agenda ‘van compensatie naar participatie’, die hier lijkt te roepen. Het is de nadruk op zelfredzaamheid, doorstroom en budgetten. Het is niet meer de werkelijk inhoudelijke zorg die er toe doet, maar de uitkomst, het ‘product’. En dat product is de mens met eigen woning en inkomen. Is dat inderdaad de beste zorg? Dit kan niet anders dan samenhangen met nog een andere maatschappelijke tendens welke zich sinds de verlichting steeds krachtiger manifesteert:
- Het verdwijnen van existentiële zingevende kaders
Ik meen dat, bij navraag, men toch wel bedoeld te zeggen dat zingeving de beste zorg is. Dat sluit aan bij de uitgangspunten in de therapieën van Frankl en zijn ervaringen als overlevende van Auchwich; het omgaan met verlieservaringen, het ontbreken aan hoop en toekomstperspectief, de eigen verantwoordelijkheid en keuzemogelijkheden. Werk kan in die zin onderdeel zijn van een zingevend kader, maar valt hier niet mee samen.
Zingeving binnen de hulpverlening, met daarbij belangrijke levens- en geloofsvragen, lijkt een ondergeschoven kindje. Het lijkt op dit moment niet te mogen, zeker niet als het riekt naar enige vorm van religie. Modieus is het al helemaal niet. Werk; ja dat past beter. Daar is maatschappelijk en politiek draagvlak voor. Dat is ‘neutraal’ en niet ‘besmet’ door (achterlijke) levensbeschouwingen. Werk is goed voor iedereen. Werk dát is zingevend.
Maar ook een dergelijk credo is niet neutraal, er gaat een wereld (maatschappij) achter schuil. Wat mij betreft: werk kán zin geven. En zingeving, ja dát is de beste zorg.